Omzetbelasting

hoeveel tarieven kent de btw?
A
1
B
3
C
2
D
4
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
Procedures & RechtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

hoeveel tarieven kent de btw?
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 1 - Quizvraag

Een intracommnunautaire verwerving is
A
een aankoop binnen de EU
B
een verkoop binnen de EU
C
een aankoop buiten de EU
D
een verkoop buiten de EU

Slide 2 - Quizvraag

hoeveel btw moet de Nederlandse koper betalen aan de grens/douane als hij binnen de EU aankoopt
A
0%
B
6%
C
21%
D
dat doet hij al in het buitenland

Slide 3 - Quizvraag

wat moet er op een factuur staan?
A
het btw bedrag
B
KvK nummer van de leverancier
C
de aard van de goederen die geleverd zijn
D
het telefoonnummer van de koper

Slide 4 - Quizvraag

de ficale bewaarplicht is (bij onroerende zaken)
A
7 jaar
B
5 jaar
C
10 jaar
D
3 jaar

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Bij begroten ga je achteraf kijken wat je uitgegeven hebt
A
fout
B
goed

Slide 12 - Quizvraag

een begroting van alle ontvangsten en uitgaven heet
A
resultatenbegroting
B
liquiditeitsbegroting
C
Balans
D
Verlies & Winst rekening

Slide 13 - Quizvraag

bij het maken van tactische plannen voor een bedrijf kijk je voor een periode van
A
minder dan een jaar
B
meer dan 3 jaar
C
is niet van belang
D
1 tot 3 jaar

Slide 14 - Quizvraag

welke vorm van budgettering past niet in het rijtje
A
vaste budgettering
B
constante budgettering
C
flexibele budgettering
D
variabele budgettering

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het kenmerkende verschil tussen een liquiditeitsbegroting en een resultaatbegroting

Slide 16 - Open vraag