4H- Interrogative Pronouns

timer
0:30
Which interrogative pronouns do you know?
(=vragende voornaamwoorden)
(=Single words you use to ask a question)?
1 / 24
volgende
Slide 1: Woordweb
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

timer
0:30
Which interrogative pronouns do you know?
(=vragende voornaamwoorden)
(=Single words you use to ask a question)?

Slide 1 - Woordweb

Het vragend voornaamwoord - who, what, which, whose
In het Engels heb je vier vraagwoorden waarmee je vraagt naar wie of naar wat: who, what, which en whose. 

When and how --> je vraagt naar wanneer en hoe
Interrogative pronouns
Interrogative pronouns are 'vragende voornaamwoorden' in Dutch, and we use them solely in interrogative sentences (vraagzinnen)

Who(m)    /   What   /    Which  /   Whose

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Who - Whose - Whom??

Personen = who

Van wie, bezit = whose

Na voorzetsel (to, from, with, etc). = whom






Who is that man?

Whose laptop is this?
(not: who's!)
With whom did you go to school?
That is the person to whom I sold my car.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WHAT / WHICH
What: keuze uit enorm veel, of onbeperkt; hele groep dingen
Which: de keuze is beperkt (bijv. 2)

What countries would you like to visit?
Which countries have you visited?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WHERE/WHEN
Where: verwijst alleen naar een plaats

When: verwijst naar tijd.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Watch out for Dutchisms!


Het Nederlands werkt anders dan het Engels! (OMGinorite)
Where gebruik je alleen bij een specifieke plek.
Het Nederlands is vrijer: "Waar kijk je naar?"

In English: What are you looking at? (want veel keuze), niet Where are you looking at?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct interrogative pronoun.

____ is that strange girl?
A
When
B
Who
C
Which
D
Whose

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct interrogative pronoun.

____ is the nearest supermarket?
A
Which
B
When
C
Where
D
Who

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct interrogative pronoun:
________ car do you want?
A
Who
B
Which
C
What
D
Why

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct interrogative pronoun:
_______ are you doing today?
A
Why
B
Which
C
When
D
Where

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct interrogative pronoun:
_________ shoes are these?
A
Why
B
Whose
C
Whom
D
Who

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the blanks with an interrogative pronoun

_____________ of these movies have you seen?

A
whom
B
what
C
which
D
whose

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the blanks with an interrogative pronoun

­­­­­­­­­­­­­____________ would you prefer, candy or chocolate?
A
who
B
whom
C
which
D
what

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Complete the following sentences using the correct interrogative pronouns.

­­­­­­­­­­­­­____________ is knocking at the door?
A
who
B
whose
C
whom

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Let's practice
Choose:
a)  p.27 no. 12 
or
b) p. 27 no. 13 (more challenging)
timer
8:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Extra Help: The Reference Book!
p.61 and p.76

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Do you have any questions?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Extra Practice
The following links lead you to extra exercises. Klick on ''Beispiel aufklappen'' to get an example of what you have to do. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Link

Deze slide heeft geen instructies