In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Waarnemen en observeren
Slide 1 - Tekstslide
Een manier om gedrag systematisch en doelgericht te observeren noem je een observatiemethode.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen waarnemen, signaleren en observeren?
Slide 3 - Open vraag
Bij een participerende observatie neemt de observator zelf deel aan de te observeren situatie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Bij een ongestructureerde observatie ligt niet vast hoe je precies gaat observeren en volgens welke regels.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Een green screen kun je vinden in een observatiekamer.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Bij een codeersysteem zorg je er voor dat anderen niet zien wat je aan het observeren bent.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Bij time-sampling werk je met een intervalsysteem.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Een beoordelingsschaal is objectief
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Wat is sensitieve responsiviteit?
Slide 10 - Open vraag
Wat voel je aan als begeleider in onderstaande foto en hoe kun je in de behoeften van het kind voorzien?
Slide 11 - Tekstslide
Wat voel je aan als begeleider in onderstaande foto en hoe kun je in de behoeften van het kind voorzien?
Slide 12 - Open vraag
Wat zijn de 4 basisbehoeften van een kind?
Slide 13 - Open vraag
Er zijn 8 valkuilen van de observator, welke zijn deze en wat betekenen ze? Noem er minimaal 4
Slide 14 - Open vraag
Stef speelt met bepaalde kinderen in de groep rustig en geconcentreerd. Zo gauw een ander mee wilt spelen wordt hij onrustig. Welke factor beïnvloedt zijn gedrag?
Slide 15 - Open vraag
Wat zijn de andere factoren die gedrag beïnvloeden?
Slide 16 - Open vraag
Noem minimaal 2 nadelen van een participerende observatie
Slide 17 - Open vraag
Wat zijn de vier registratiemethoden en leg uit hoe ze werken.
Slide 18 - Open vraag
Wat is het verschil uit tussen time-sampling en event-sampling?