5/10 Ln6a Tekst lezen

Welkom Ln6a!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom Ln6a!

Slide 1 - Tekstslide

Planning 5/10
  • moeilijke woorden 2/10
  • stillezen + woorden noteren
woorden van vorige les herhalen
  • Jeugdjournaal kijken

  • werken uit boeken
  • volksliederen

Slide 2 - Tekstslide

Moeilijke woorden 2/10
aarzelend             
geweldig
pelpinda
afschuwelijk
gezang - zingen
juichen
nuttigs
vervanger
sukkel
geveegd - vegen
akelig                                               borst(en)

Slide 3 - Tekstslide

Moeilijke woorden opschrijven
struikelen (struikelt)
tuimelen (tuimelt)
verzonnen
gevangenis
volgen (gevolgd)
geweldig
gordijnen
prachtige
rommel 
knipogen (knipoogt)

Slide 4 - Tekstslide

stillezen
  • Schrijf moeilijke woorden op in je schrift. 
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Jeugdjournaal
We kijken het Jeugdjournaal. 


Slide 6 - Tekstslide

vragen bij het Journaal

Slide 7 - Tekstslide

Werken uit boeken

Slide 8 - Tekstslide

volksliederen
  • Polen
  • Iran 

Slide 9 - Tekstslide

samen tekst lezen
  • onderstreep de moeilijke woorden in de tekst 

Slide 10 - Tekstslide

Voorlezen

Slide 11 - Tekstslide

Klokhuis kijken

  • Klokhuis kijken (wat is pesten) en vragen beantwoorden

Slide 12 - Tekstslide

Pesten
Pesten vindt niemand leuk. Pesten gebeurt niet 1x, maar vaker.
Plagen is een klein grapje. Als het vaker gebeurt is het pesten.
Als je wordt gepest, voel je je buitengesloten= je hoort niet bij de groep
Sommige mensen doen mee met pesten, dat zijn de meelopers.
Als je wordt gepest, zeg je dat je het niet leuk vindt.
Je zegt: Stop! of Hou op!
Als de pester niet luistert, vertel je het aan de docent. Die kan dan helpen om het op te lossen.

Slide 13 - Tekstslide

Tekstverbanden
Een tekstverband is een verband tussen alinea's, zinnen en woorden. Je herkent ze aan de signaalwoorden. (Let op!) Je leert nu twee tekstverbanden:
1. Opsommend tekstverband
2. Tegenstellend tekstverband

Slide 14 - Tekstslide

Opsommend tekstverband
tekstverband
signaalwoorden
voorbeeld
Opsommend tekstverband

Noemt twee of meer tekstdelen
ook, 
bovendien, 
daarnaast, 
ten eerste, 
ten slotte, 

Willem heeft veel hobby's. Hij verzamelt treintjes en spaart ook foto's van het koningshuis. Hij speelt bovendien gitaar. 

Slide 15 - Tekstslide

Tegenstellend tekstverband
tekstverband
signaalwoorden
voorbeeld
Tegenstellend tekstverband

Geeft een tegenstelling tussen tekstdelen aan. 
maar, 
echter, 
toch,
daarentegen 
Mijn vriendin zei dat ze het geen enge film vond, toch kneep ze hard in mijn hand tijdens de film. 

Slide 16 - Tekstslide

Tekst orienterend lezen
Voordat je een tekst helemaal gaat lezen, ga je de tekst eerst oriënterend lezen. Dat betekent dat je de volgende dingen leest:
  • titel
  • tussenkopjes
  • bron (= waar de tekst uit komt, staat onderaan de tekst, bv. een krant)
  • Je kijkt ook naar de afbeeldingen (plaatjes) als die er zijn

Slide 17 - Tekstslide

Tekst lezen
Vragen bij de tekst:
  1.  Uit hoeveel alinea's bestaat de tekst?
  2. Uit welke alinea ('s) bestaat de inleiding?
  3. Uit welke alinea's bestaat het middenstuk?
  4. Wat is het onderwerp van de tekst? Antwoord in 1-3 woorden
  5.  Welke deelonderwerpen herken je in de tekst? Antwoord in 1-3 woorden

Slide 18 - Tekstslide