- Laatste jaar M&O, daarna vervangen door bedrijfseconomie
- Niet alleen rekenen maar ook veel theorie!
- Hoog tempo, belangrijk dat huiswerk gemaakt wordt!
2 lesuren gezamenlijk, allebei 1 lesuur apart
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Management en organisatieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Management en organisatie
- Laatste jaar M&O, daarna vervangen door bedrijfseconomie
- Niet alleen rekenen maar ook veel theorie!
- Hoog tempo, belangrijk dat huiswerk gemaakt wordt!
2 lesuren gezamenlijk, allebei 1 lesuur apart
Slide 1 - Tekstslide
Studiewijzer
- Landelijke studiewijzers
- VWO 2 lessen, havo 3 lessen
- Einde van de les huiswerk opgeven, maar let ook op studiewijzer.
- Tussentoetsen
Slide 2 - Tekstslide
M&O?
Slide 3 - Woordweb
Organisatie
Organisatie = samenwerkingsverband van mensen die een bepaald doel willen bereiken.
We onderscheiden hierbij commerciële organisaties en niet-commerciële organisaties. Verschil?
De organisaties zijn altijd georganiseerd in een rechtsvorm, de juridische vorm van de organisatie.
Slide 4 - Tekstslide
Rechtsvormen?
Eenmanszaak
Vennootschap onder firma
Besloten of naamloze vennootschap
Vereniging
Stichting
Slide 5 - Tekstslide
Wat verder nog nodig bij een organisatie? Doelen!
Strategische doelen --> lange termijn (5 à 10 jaar)
Tactische doelen, uitwerking strategische doelstelling, 2 tot 5 jaar
Operationele doelstellingen, uitwerking van de tactische doelstelling, korte termijn, 1 à 2 jaar
Doelen worden door management opgesteld
Slide 6 - Tekstslide
Basisrekenvaardigheden
Maken oefentoets rekenvaardigheden
In aparte les bespreken
timer
15:00
Slide 7 - Tekstslide
De Balans
Overzicht van bezittingen en het eigen en vreemd vermogen van een onderneming op een bepaald moment.
Een balans heeft twee kanten, aan de linkerkant staat alle activa (debetkant) en aan de rechterkant alle passiva (creditkant)
Let op, een balans is ALTIJD in evenwicht!
Slide 8 - Tekstslide
Activa onderscheiden we in:
Vaste activa (langer dan 1 productieproces)
Vlottende activa (1 productieproces)
Liquide middelen (bank en kas)
Passiva onderscheiden we in:
Eigen vermogen
Lang vreemd vermogen
Kort vreemd vermogen
Slide 9 - Tekstslide
Het geld in de kas van het bedrijf
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Liquide middelen
Slide 10 - Quizvraag
Machines waarmee ze aan de lopende band zonnebrandmelk produceren
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Liquide middelen
Slide 11 - Quizvraag
Vrachtwagens waarmee ze de goederen naar de afnemer brengen
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Liquide middelen
Slide 12 - Quizvraag
Voor de productie van zonnebrand heeft het bedrijf zuiver water, glycerin en tocopherol op voorraad
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Liquide middelen
Slide 13 - Quizvraag
Veranderingen op de balans
Bij elk financieel feit, een aankoop, een verkoop of een betaling veranderen de balansposten.
Hoe veranderen we dit in de balans?
Slide 14 - Tekstslide
Voorbeeldopgave
Anne wil graag een winkel openen. Ze heeft hier zelf €50.000,- voor gespaard. Verder kan Anne €20.000,- van de bank lenen.
Welke posten op de balans veranderen?
Teken de balans een geef de bedragen aan.
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeeldopgave
Anne wil graag inventaris gaan kopen, dit zal haar €30.000,- euro gaan kosten. Anne betaalt dit van haar eigen bankrekening.
Wat verandert er op de balans? Welke post komt erbij en welke post veranderd? Is de balans nog in balans?
Slide 16 - Tekstslide
Voorbeeldopgave
Omdat Anne ook een pand nodig heeft is ze naar de bank gegaan. Ze heeft van de bank een hypothecaire lening van €200.000 euro gekregen waar ze een pand van koopt.
Welke balansposten veranderen? Let goed op of je balans nog in evenwicht is!