" De wens van de cliënt staat centraal en de maatschappij is het uitgangspunt bij het bepalen van het dagbestedingsaanbod. Het liefst heeft ieder mens werk of dagbesteding binnen de reguliere samenleving. En als dat niet haalbaar is, dan wordt er gezocht naar andere mogelijkheden. We leven nu eenmaal in een participatiesamenleving." - (Theoriebron 14, Trends in de dagbesteding)
Slide 7 - Tekstslide
Dagbesteding
Uitgangspunten van dagbesteding zijn:
Doelen cliënt
Wensen en mogelijkheden cliënt
Sociale vaardigheden cliënt
Slide 8 - Tekstslide
Aansluiten bij het doel
Ondersteuningsvraag van de cliënt is leidend. Doelen zijn gericht op:
Behouden van vaardigheden
Uitbreiden van vaardigheden
Leren accepteren van beperkingen en/of achteruitgang
Fysiek en/of mentaal welbevinden
Participerende bijdrage aan de maatschappij.
Draagt de activiteit bij aan het behalen van het doel? (voorbeeld?)
Slide 9 - Tekstslide
Aansluiten bij mogelijkheden en wensen
Wat kan de cliënt en wat wil de cliënt? Welke activiteiten passen daarbij?
Bespreek samen met de cliënt de voorkeuren, interesses, vaardigheden en positieve eigenschappen.
Observeer, vraag naasten, probeer activiteiten uit
Slide 10 - Tekstslide
Sociale vaardigheden
De sociale vaardigheden van de cliënt hebben invloed op de keuze voor individuele of groepsactiviteiten. Als een cliënt (nog) niet sociaal vaardig is, kunnen activiteiten gebruikt worden om sociale vaardigheden te leren.
Slide 11 - Tekstslide
Casus
Opdracht
Amir (35jr) is zijn vertrouwen in
zichzelf kwijtgeraakt door zijn psychoses. Hij heeft moeite met samenwerken en vindt het lastig om
bevelen op te volgen. Hij is gemotiveerd om te gaan werken, maar weet niet of hij dit aankan. Hij werkte voorheen als schilder. Hij heeft ondersteuning nodig om arbeidsvaardigheden aan te leren. Hij heeft weinig vrienden, maar heeft hier ook geen behoefte aan.
Bedenk een activiteit.
Beschrijf bij welke wens en welk doel dit aansluit. Leg uit waarom.
Waar hou je rekening mee op sociaal gebied en waarom?