In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Nederlands
Lezen
Spelling
Grammatica
Woordenschat
Schrijven en formuleren
Spreken, kijken en luisteren
Slide 2 - Tekstslide
Hoe doen we dat?
Leesportfolio
Lesboek en oefenboek
Projecten
Verschillende werkvormen
Slide 3 - Tekstslide
Deze les
Gaan we:
Lezen
en
Dichten
'Schrijven = Schrappen'
We maken een stiftgedicht
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Hier een paar voobeelden
Slide 6 - Tekstslide
Een beetje raar
Maar wel een mooi gedichtje
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Met mooie vormen
Maak je een kunstwerk
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Soms niet heel gemakkelijk te begrijpen
En soms wel
Slide 11 - Tekstslide
Hoe doen we dat?
Lees de tekst die je van de docent krijgt
Bepaal welk woorden of zinnen je mooi vindt
Kijk hoe je er een mooi geheel van kunt maken
Omcirkel de woorden die je hebt uitgekozen
Geef eventueel een volgorde aan
Maak er eventueel een mooi figuur van
Kleur alles in wat je niet nodig hebt
Slide 12 - Tekstslide
Klaar!
We bekijken een paar van de gedichten die door jullie zijn gemaakt.
Slide 13 - Tekstslide
Fijn dat je er was! Tot de volgende keer.
Slide 14 - Tekstslide
Rederijkerij
In het begin van de zestiende eeuw (1500-1600) ontstonden er in de steden verenigingen waar men literatuur besprak en beoefende. Zo'n vereniging noemen we rederijkerij.
Rederijkers waren mensen uit de gegoede burgerij en ze kwamen bij elkaar in rederijkerskamers. (Van het Franse rhétoriqueurs: beoefenaars van de retorica = redenaarskunst, welsprekendheid.) Daar schreven en bespraken ze gedichten, boeken en toneelstukken.
De leden waren vooral afkomstig uit de schrijvende middenstand (onderwijzers, notarissen etc.) Om lid te worden moest je een bepaalde mate van belezenheid bezitten en de taal goed beheersen.
Slide 15 - Tekstslide
Rederijkerij
Bekende rederijkers: Anthonis de Roovere, Anna Bijns en Eduard de Dene. Beroemde rederijkerskamer: De Fonteine, uit Gent. (1448)
Rederijkers organiseerden wedstrijden (ook met andere rederijkerskamers en ook uit andere steden) : wie kan het beste een gedicht voordragen, wie speelt het beste toneelstuk en welke nar (ouderwets woord voor grappenmaker) kan het publiek het hardst laten lachen. Zulke wedstrijden noemden ze (land)juwelen.
Een juweel was een rederijkerijen-wedstrijd binnen dezelfde stad. Een landjuweel was (en is) een rederijkerijen wedstrijd tussen verschillende rederijkerijen uit verschillende steden van een land.
Slide 16 - Tekstslide
Rederijkerij
Rederijkers spelen een belangrijke rol bij het organiseren van feesten en plechtige gebeurtenissen. Er werden op verschillende plekken in de stad podia opgericht waarop men toneelstukken kon bekijken, vaak religieus en vaak ook met een politieke boodschap.
Slide 17 - Tekstslide
Rederijkerij
Stadsbesturen probeerden rederijkers aan zich te binden, de rederijkers betekenden veel voor de propaganda van de stad. Zo kregen we stadsdichters,bijvoorbeeld in Brugge in 1466: Anthonis de Roovere.
Slide 18 - Tekstslide
Marike van Niemeghen
Bekende tekst uit de tijd van de rederijkers: Marike van Niemeghen(1515), gedrukt in Antwerpen.
Een gedramatiseerde voorleestekst, met verzen en dialogen verlevendigd.
Rederijkers discussieerden over het nieuwe geloof: de Reformatie en bespraken ook het Humanisme.
Gedichten moesten aan strenge regels voldoen anders kreeg je een boete.
Er werden heftige thema's behandeld.
De drukpers zorgde ervoor dat de nieuwe geloofsopvattingen en het humanistisch gedachtengoed zich snel kon verspreiden. Er kwam een andere tijd aan en daarmee een andere kunstopvatting: de Renaissance.