epilepsie opdracht 2.2.4 anti-epileptica

• zorg
• MBO
• Studiejaar 2

nabespreking opdracht 2.2.4

aan de hand van quiz vragen worden vraag 1 t/m 7 behandeld

werking anti-epileptica

1. stimuleert de prikkels in de hersenen
2. hebben geen invloed op neurotransmitters
3. hersencellen worden minder gevoelig voor prikkels

welke werking heeft anti-epileptica:

1. causale werking
2. symptoombestrijding
3. profylactische werking
4. aanvullen van tekorten

wanneer je geen last meer hebt van aanvallen mag je direct stoppen met de medicatie

1. waar
2. niet waar

bijwerkingen medicijnen verdwijnen na verloop van tijd

1. waar
2. niet waar

coupeer medicatie wordt gegeven bij

1. tonisch clonische aanval
2. status epilepticus
3. focaal met verminderde gewaarwording
4. myocloninische aanval

anti-epileptica neem je bij voorkeur in

1. met grapefruitsap
2. tijdens de maaltijd
3. met water
4. melk

cliënt vergeet zijn medicatie deze wat is het tijdsbestek om in te halen

1. 3 uur
2. 8 uur
3. 14 uur
4. 24 uur

diarree heeft meestal geen invloed op de opname van anti-epileptica

1. waar
2. niet waar

de pil en anti-epileptica gaan prima samen

1. waar
2. niet waar

xtc is niet verstandig, maar veroorzaakt geen aanvallen

1. waar
2. niet waar

als je met medicijnen geen aanvallen hebt, mag je autorijden

1. waar
2. niet waar

je hoeft geen medicijnpaspoort te hebben als je op reis gaat

1. waar
2. niet waar

coupeermiddelen, fenobarbital vallen onder de Opiumwet

1. waar
2. niet waar