Workshop 6: Trainingsmethodes

Workshop 6: Trainingsmethodes
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Workshop 6: Trainingsmethodes

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling vorige les:
  • Dieren leren door: ervaring, imiteren en door inzicht
  • Bij trainen gebruiken we veel leren door ervaring:
  1. positieve bekrachtiging (iets toevoegen waardoor gedrag toeneemt)
  2. negatieve bekrachtiging (iets weghalen waardoor gedrag toeneemt)
  3. positieve correctie (iets toevoegen waardoor gedrag afneemt)
  4. negatieve correctie (iets weghalen waardoor gedrag afneemt)

Slide 2 - Tekstslide

Wat is klassiek conditioneren
A
leren door straf
B
leren door beloning
C
leren door associatie
D
Leren door te doen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is operante conditionering?
A
Verband leggen tusssen eigen gedrag en de gevolgen
B
Verbanden leggen door fouten te maken
C
Leren door beloning
D
Leren door straf

Slide 4 - Quizvraag

Welke vorm van conditioneren hoort bij:
Een hond durft op woensdag niet langs de grijze container. Als de container weggehaald is, is er niets aan de hand.

Slide 5 - Open vraag

Welke vorm van conditioneren hoort bij:
Een hond luistert n een parcours niet naar de baas en doet wat hij zelf wil. De baas is het zat en geeft de hond een 'time out'

Slide 6 - Open vraag

Hoofdstuk 9: Trainingsmethodes
In hoofdstuk acht hebben wij gelezen hoe honden leren en door welke manieren van conditioneren en belonen je gedrag aan of af kan leren bij een dier. Op deze manieren zijn verschillende trainingsmethodes gebaseerd en ontwikkeld. In dit hoofdstuk worden de meest bekende en toegepaste trainingsmethodes behandeld. Namelijk:
  • stapcontact-methode;
  • O & O methode;
  • paardenfluisteraar;
  • targetstick training;
  • clickertraining;

Slide 7 - Tekstslide

1: Stapcontact methode
Stapcontact methode is een methode die geen stemgebruik hanteert. Hierbij gaat om communicatie door:
  • oogcontact;
  • handgebaren

Methode is ontwikkeld door Klaas Wijnberg.

Slide 8 - Tekstslide

Basis
Oogcontact vormt de basis van deze methode. Met oogcontact wordt bedoeld dat de hond kijkt naar:
  • ogen;
  • hand;
  • been;
  • voet;
  • etc.

Slide 9 - Tekstslide

Toepassing
Belangrijk is de goede band tussen hond en eigenaar met rustige sfeer, niet vijandig of onderdrukkend. 
De eigenaar heeft de leidersrol en is dominant en zelfverzekerd

Bij deze methode wordt niet gesproken van commando's maar eerder van uitnodigen.

Slide 10 - Tekstslide

Nadeel
Het kan zijn dat de hond eerst niet begrijpt wat de eigenaar wil. Deze methode is vaak anders dan de hond gewend is, bijvoorbeeld door het luisteren naar stemcommando's. 

Slide 11 - Tekstslide

Waar kun je de stapcontact-methode aan herkennen?
A
Veel stemgruik
B
geen stemgebruk
C
De hond kijkt alleen naar de ogen van mensen
D
slechte band tussen hond en eigenaar

Slide 12 - Quizvraag

Wat zou een nadeel van deze methode kunnen zijn?

Slide 13 - Open vraag

2. O&O methode
Deze methode staat voor Nederlandse verenigingvoor instructeurs en honden opvoeding en -opleiding. Deze opleidingen leidt mensen op tot kynologisch instructeur en bestaat.

Slide 14 - Tekstslide

Opleiding tot kynologisch instructeur
Deze opleiding bestaat uit 3 basismodules:
  • Module A: Ken je hond (Gedrag en leerprincipes hond)
  • Module B: Theoretische basiskennis instructeur
  • Module C: Instructeur opvoeden

Je kunt deze modules afzonderlijk afronden.

Slide 15 - Tekstslide

Kenmerken O&O methode
  • positieve, hond- en mensvriendelijke benadering
  • Theorie en praktijkoefeningen. 
  • Gebruik van verschillende methodieken
  • open houding naar ontwikkelingen in het veld en de wetenschap

Slide 16 - Tekstslide

3. Paardenfluisteraar

Slide 17 - Tekstslide

Paardenfluisteraars
Wordt ook wel Horsemanship of Natural hosemanship genoemd, omdat 'paardenfluisteraars' vaak anders geïnterpreteerd wordt.

Slide 18 - Tekstslide

Manier van communiceren
Omdat paarden in het wild in een kudde leven met een hiërarchie is lichaamstaal tussen paarden (en mensen) een belangrijk onderdeel. Bij deze methode gaat het om het nabootsen van deze communicatie en deze communicatie met het paard op non-verbale wijze toe te passen.

Slide 19 - Tekstslide

Toepassing
Deze methode kan worden toegepast als basistraining maar kan ook worden in gezet bij paarden met gedragsprobelemen. Je wilt dit probleem achterhalen en oplossen.

Slide 20 - Tekstslide

4. Targetstick training
Een methode die voorheen voornamelijk werd ingezet bij de training en verzorging van dolfijnen, orka's en zeeleeuwen. 

Tegenwoordig wordt het ook toegepast bij (hulp)honden en 'wilde' dieren zoals tijgers.

Slide 21 - Tekstslide

5. Targetstick training
Bij deze training wordt een stok met een rond bolletje aan het einde ingezet.

Doel van de training is dat het dier het bolletje aanraakt met zijn neus/vin/staart of voet. 

Het doel kan bereikt worden op het gedrag wat het dier zelf vertoont. Iedere keer wanneer naar het bolletje rijkt, wordt het dier beloont. Zodra het dier dit snapt, zal hij vaker dit gedrag vertonen.  Je kunt hierbij ook de clicker inzetten.

Slide 22 - Tekstslide

Clicker-training
Bij deze training wordt het gewenste gedrag bekrachtigd, zodat de communicatie tussen mens en dier duidelijk is. 
Deze training maakt het goed mogelijk om een juiste timing toe te passen bij gewenst te belonen en kan gebruikt worden bij het werken op afstand. 

Slide 23 - Tekstslide

Toepassing
Een dier wil (plezierig) gedrag graag herhalen als het hem/haar iets oplevert. De clicker training daagt het dier uit om het gewenste gedrag te vertonen en daarvoor wordt het dier beloond. 

Op het moment dat het dier het gewenste gedrag vertoont hoort hij/zij een klik en na de klik volgt de beloning.

Slide 24 - Tekstslide

Shaping
Zodra het dier doorkrijgt wat de bedoeling is, kan de training moeilijker worden gemaakt. Nu klikt men pas als het dier echt het juiste gedrag vertoont. 
Als de klik (en dus de beloning) niet wordt gegeven zal het dier nog beter zijn best doen om een beloning te verdienen.

Slide 25 - Tekstslide

Het aanleren
Er wordt geklikt en de hond krijgt iets lekkers. Dit wordt een aantal keer herhaalt. 

Vervolgens wordt er geklikt maar geen beloning gegeven, zodra de hond hier op reageert heeft hij/zij het begrepen. 

Slide 26 - Tekstslide

Clicker tips:
  • altijd eerst klikken en dan belonen
  • klik altijd op het moment van het vertonen van gewenste gedrag;
  • klik éénmaal;
  • Gebruik de clicker niet om aandacht te trekken;
  • juiste beloning;
  • als de hond de oefening kent, klik dan niet voor iederejuiste reactie;
  • Korte trainingssessies;
  • accepteren dat voortgang ups en downs heeft;
  • Ga terug naar af, wanneer de gedragingen verslechteren;
  • stop als het goed gaat;
  • heb plezier in het trainen.

Slide 27 - Tekstslide

Workshop 6
Met deze informatie kun je nu workshop 6 uitwerken en inleveren op de ELO.
Heb je vragen? Stuur dan even een mailtje.

Slide 28 - Tekstslide