2HV H3 grammatica zinsdelen nakijken 1-3

Zinsontleding
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Zinsontleding

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 1
Vul bij de open vragen jouw antwoorden bij opdracht 1 in. Schrijf het op de volgende schuingedrukte manier op:

Bijv. de zin is: 'Ik ben blij'

pv= ben, ow= ik, ng = ben [blij]

Slide 2 - Tekstslide

1. Vermoedelijk gaat mijn oudste zus in Nijmegen studeren.

Slide 3 - Open vraag

2. Waarom wijst de tegenpartij zo'n redelijk voorstel af?

Slide 4 - Open vraag

3. Op de markt stonden de politici verkiezingsfolders uit te delen.

Slide 5 - Open vraag

4. Tennis lijkt mij een bijzonder leuke sport.

Slide 6 - Open vraag

5. Vorig jaar is 'Hallelujah' opnieuw een hit geworden.

Slide 7 - Open vraag

6. Zou Zuurman zijn hele leven een gymdocent willen blijven?

Slide 8 - Open vraag

Opdracht 2 
Vul bij elke open vraag het juiste gezegde in. Na elke vraag komt een pagina met de uitleg. Kijk of je in je schrift het stappenplan juist hebt gevolgd en vul eventueel aan met de juiste antwoorden.

Voorbeeld: Vermoedelijk gaat mijn zus in Nijmegen studeren.

Je vult in: wg= gaat studeren

Slide 9 - Tekstslide

1. Tijdens zijn arrestatie heeft de terrorist geen verzet gepleegd.

Slide 10 - Open vraag

Tijdens zijn arrestatie / heeft / de terrorist / geen verzet / gepleegd.  

Stap 1 : pv = heeft, ow = de terrorist 
Stap 2: Staat er een koppelwerkwoord in de zin? Nee, dus geen NG.

--> WG = heeft gepleegd

Slide 11 - Tekstslide

2. Kraanwater met lithium erin verlengt het leven van de mens.

Slide 12 - Open vraag

Kraanwater met lithium erin / verlengt / het leven van de mens.

Stap 1 : pv= verlengt, ow = kraanwater met lithium erin
Stap 2: Staat er een koppelwerkwoord in de zin? Nee, dus geen NG.

WG = verlengt

Slide 13 - Tekstslide

3. Sturen jullie de uitnodigingen voor het feest op tijd weg?

Slide 14 - Open vraag

Sturen / jullie / de uitnodigingen voor het feest / op tijd / weg?

Stap 1 : pv= sturen, ow= jullie
Stap 2: Staat er een koppelwerkwoord in de zin? Nee, dus geen NG.

WG = sturen weg

Slide 15 - Tekstslide

4. Op het kruispunt staat een agent het verkeer te regelen.

Slide 16 - Open vraag

Op het kruispunt / staat / een agent / het verkeer / te regelen.

Stap 1 : pv= staat, ow= een agent
Stap 2: Staat er een koppelwerkwoord in de zin? Nee, dus geen ng.

wg = staat te regelen

Slide 17 - Tekstslide

5. Volgens onderzoek trekken zweetsokken spinnen aan.

Slide 18 - Open vraag

Volgens onderzoek / trekken / zweetsokken / spinnen / aan. 

Stap 1 : pv= trekken, ow= zweetsokken
Stap 2: Staat er een koppelwerkwoord in de zin? Nee, dus geen ng.

 wg = trekken aan

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 3
Vul bij elke open vraag het juiste gezegde in. Na elke vraag komt een pagina met de uitleg. Kijk of je in je schrift het stappenplan juist hebt gevolgd en vul eventueel aan met de juiste antwoorden.

Voorbeeld: Ik ben heel gelukkig met mijn nieuwe mobiel.

Je vult in: ng= ben [heel gelukkig]

Slide 20 - Tekstslide

1. In 1929 werd Jopie Koopman de eerste Miss Holland.

Slide 21 - Open vraag

In 1929 / werd / Jopie Koopman / de eerste Miss Holland.
Stap 1: pv= werd, ow= Jopie Koopman
Stap 2: Staat er een mogelijk kww in de zin? Ja, werd.
Stap 3: Ja, het ow wordt iets
[nw deel]= Wat + pv + ow? Wat werd Jopie Koopman? --> de eerste Miss Holland
NG = werd [de eerste Miss Holland]
Stap 4: BWB = in 1929

Slide 22 - Tekstslide

2. Pinkpop bleef ook dit jaar een populair muziekfestival.

Slide 23 - Open vraag

Pinkpop / bleef / ook dit jaar / een populair muziekfestival.
Stap 1: pv= bleef, ow= Pinkpop
Stap 2: Staat er een mogelijk kww in de zin? Ja, bleef.
Stap 3: Ja, het ow wordt iets
[nw deel]= Wat + pv + ow? Wat bleef Pinkpop? --> een populair muziekfestival
NG = bleef [een populair muziekfestival]
Stap 4: BWB = ook dit jaar

Slide 24 - Tekstslide

3. Sommige bacteriën blijken tegen alle antibiotica resistent.

Slide 25 - Open vraag

Sommige bacteriën / blijken / tegen alle antibiotica/ resistent. 
Stap 1: pv= blijken, ow= Sommige bacteriën
Stap 2: Staat er een mogelijk kww in de zin? Ja, blijken.
Stap 3: Ja, het ow is iets
[nw deel]= Wat + pv + ow? Wat blijken sommige bacteriën? --> resistent
NG = blijken [resistent]
Stap 4: BWB = tegen alle antibiotica

Slide 26 - Tekstslide

4. Is Moederdag geen uitvinding van de commerciële sector?

Slide 27 - Open vraag

Is / Moederdag / geen uitvinding van de commerciële sector?
Stap 1: pv= is, ow= Moederdag
Stap 2: Staat er een mogelijk kww in de zin? Ja, is
Stap 3: Ja, het ow is iets
[nw deel]= Wat + pv + ow? Wat is Moederdag? --> geen uitvinding van de commerciële sector
NG = is [geen uitvinding van de commerciële sector]
Stap 4: -

Slide 28 - Tekstslide

5. Op malariamuggen zijn deze Keniase spinnen verzot.

Slide 29 - Open vraag

Op malariamuggen /zijn /deze Keniase spinnen / verzot. 
Stap 1: pv= zijn, ow= deze Keniase spinnen
Stap 2: Staat er een mogelijk kww in de zin? Ja, zijn
Stap 3: Ja, het ow is iets
[nw deel]= Wat + pv + ow? Wat zijn Keniase spinnen? --> verzot
NG = zijn [verzot]
Stap 4: BWB= Op malariamuggen

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht 4, 5 en 7 op blz 111 en 112. Bij 4 en 5 MOET je het stappenplan doorlopen, want er worden nog te veel fouten gemaakt.

De volgende les wordt online gegeven. Iedereen komt eerst online. Daarna mag je kiezen of je zelfstandig werkt of samen aan de opdrachten wil werken.

Slide 31 - Tekstslide