Chapter 2 - Revision

Welcome back 
Start opdracht: 
- Please study words chapter 2 
in silence for 15 minutes. 
timer
15:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome back 
Start opdracht: 
- Please study words chapter 2 
in silence for 15 minutes. 
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

What are we going to do today? 
- Grammar revision 
- Test Yourself in your online book 

Slide 2 - Tekstslide

Vragen & ontkenningen maken 
Stap 1

Staat er een vorm van to be (am/are/is) of een hulpwerkwoord of have/has got in de zin? Dan zet je die vooraan om een vraag te maken. 

I have got a dog - Have I got a dog? 
She is so nice - Is she so nice? 

Slide 3 - Tekstslide

Vragen & ontkenningen maken
Stap 2: 
Je zet do/does dan vooraan in de zin gevolgd door de persoonsvorm. 

bij he/she/it gebruik je does. 

Do I look good? 
Does she look good? 

Slide 4 - Tekstslide

Vragen & ontkenningen maken 
Om een ontkenning te maken zet je het woordje not achter het werkwoord. 
 
Staat er geen have/has, vorm van to be, of hulpwerkwoord in dan gebruik je: 
don't : I, you, we, you, they. 
doesn't: she/he/it 

Slide 5 - Tekstslide

Maak ontkennend:
She is a nice girl.

Slide 6 - Open vraag

Maak ontkennend:
They help me a lot.

Slide 7 - Open vraag

Make a question:
They have got five different houses.

Slide 8 - Open vraag

Make a negation:
She loves to go to the beach.

Slide 9 - Open vraag

Make a question:
He tells me that he is your best friend.

Slide 10 - Open vraag

Make a negation:
It is beautiful outside today.

Slide 11 - Open vraag

Word order
de woordvolgorde in het Engels gaat als volgt: 
wie      doet     wat     waar       wanneer 

Max    wears  a t-shirt to bed every night. 
I           drink   a cup of tea at school everyday 

Slide 12 - Tekstslide

Zet in de juiste volgorde:
a present - Jane - today - bought

Slide 13 - Open vraag

Zet in de juiste volgorde:
have got - we - hours - two - lessons - for

Slide 14 - Open vraag

Maak vragend:

She has got six brothers.
A
Does she has got six brothers?
B
Has she got six brothers?

Slide 15 - Quizvraag

Maak vragend:
Ingrid talks a lot.

Slide 16 - Open vraag

Maak ontkennend:
I go to gymnastics twice a week.
A
I don't go to gymnastics twice a week.
B
I gon't to gymnastics twice a week.

Slide 17 - Quizvraag

Maak ontkennend:
She is growing fast.

Slide 18 - Open vraag