In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Onderdelen in deze les
WelkomBasis fysieke en mentale fitheid
Slide 1 - Tekstslide
Waarom moet jullie trainen?
Slide 2 - Tekstslide
Dat ga je niet bereiken met ...
Slide 3 - Tekstslide
Dat ga je niet bereiken met ...
Slide 4 - Tekstslide
Dat ga je niet bereiken met ...
Slide 5 - Tekstslide
Hoe dan wel ?
Slide 6 - Tekstslide
Wat weten jullie nog van de vorige les?
Beantwoord de volgende vragen met behulp van jouw
Slide 7 - Tekstslide
Wat is fysieke training?
A
Meedoen aan sportlessen defensie
B
Meedoen aan militair sport
kampioenschap
C
Activiteiten die bijdragen aan taak specifieke fitheid
Slide 8 - Quizvraag
Dit is een vorm van fysieke training ?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quizvraag
Hartslagzones
Je traint je uithoudingsvermogen, omdat je hierdoor lichamelijk beter presteert. Jij moet je taak goed en veilig uitvoeren.
Slide 10 - Tekstslide
Hartslagzones
Dat is belangrijk om de missie te laten slagen. Fit zijn is niet alleen goed voor je prestaties, maar zeker ook voor je gezondheid.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Voorlees opdracht uithoudingsvermogen
De leerlingen lezen het volgende stuk theorie voor, de docent wijst iemand aan
Slide 13 - Tekstslide
Training uithoudingsvermogen
Inleiding
Het belang van fysiek uithoudingsvermogen voor de militair:
Het werk van een militair kan fysiek zwaar zijn. Voorbeelden hiervan zijn: verplaatsen te voet met bepakking, graven, tillen en dragen van materieel en personeel. Deze taken moet je elk moment van de dag en meerdere dagen achterelkaar kunnen doen.
Slide 14 - Tekstslide
Training uithoudingsvermogen
Inleiding
De grondmotorische eigenschappen zijn
coördinatievermogen, lenigheid, uithoudingsvermogen, kracht, en snelheid (CLUKS). Uit onderzoek blijkt
dat kracht en uithoudingsvermogen heel belangrijk zijn als jij je taken als militair goed wilt doen.
Slide 15 - Tekstslide
Hartslag en inspanning
Tijdens inspanning hebben je spieren meer brandstof nodig. Je hartslag gaat omhoog om meer bloed (brandstof) naar je spieren te brengen. Als je hartslag heel hoog oploopt, werkt je hart niet meer perfect. Normaal ligt de hartslag van een volwassene in rust tussen de 60 en 80 slagen per minuut. Bij inspanning kan deze oplopen naar 180, soms zelfs boven de 200.
Slide 16 - Tekstslide
Op een gegeven moment bereik je een grens.
De hartslag is dan zo hoog, dat het hart zich tussen iedere hartslag niet meer goed kan vullen met bloed. Dat is de maximale hartslag. Deze verschilt per persoon en is afhankelijk van je leeftijd en aanleg. In de eerste minuut na de inspanning daalt de hartslag het sterkste. In de minuten daarna zakt de hartslag langzaam weer terug naar de normale rusthartslag.
Op een gegeven moment bereik je een grens. De
hartslag is dan zo hoog, dat het hart zich tussen iedere hartslag niet meer goed kan vullen met bloed. Dat is
de maximale hartslag. Deze verschilt per persoon en is afhankelijk van je leeftijd en aanleg.
In de eerste minuut na de inspanning daalt de hartslag het sterkste. In de minuten daarna zakt de hartslag
langzaam weer terug naar de normale rusthartslag.
Slide 17 - Tekstslide
Op een gegeven moment bereik je een grens.
De hartslag is dan zo hoog, dat het hart zich tussen iedere hartslag niet meer goed kan vullen met bloed. Dat is de maximale hartslag. Deze verschilt per persoon en is afhankelijk van je leeftijd en aanleg. In de eerste minuut na de inspanning daalt de hartslag het sterkste. In de minuten daarna zakt de hartslag langzaam weer terug naar de normale rusthartslag.
Hoe sneller je hartslag na inspanning weer op je normale waarde zit, des te fitter je bent.
Gebruik onderstaande formule om snel een indruk te krijgen van je maximale hartslag.
Maximale hartslag = 220 min je leeftijd De geschatte maximale hartslag voor een 20-jarige is 220 - 20 = 200 slagen per minuut.
Let op!
De formule geeft een schatting van je maximale hartslag. Houd er rekening mee dat deze zo'n 15 slagen kan afwijken.
Is je hartslag hoger dan de berekende waarde, dan hoeft dat geen probleem te zijn.
Slide 18 - Tekstslide
Op een gegeven moment bereik je een grens.
De hartslag is dan zo hoog, dat het hart zich tussen iedere hartslag niet meer goed kan vullen met bloed. Dat is de maximale hartslag. Deze verschilt per persoon en is afhankelijk van je leeftijd en aanleg. In de eerste minuut na de inspanning daalt de hartslag het sterkste. In de minuten daarna zakt de hartslag langzaam weer terug naar de normale rusthartslag.
Gebruik onderstaande formule om snel een indruk te krijgen van je maximale hartslag.
Maximale hartslag = 220 min je leeftijd
De geschatte maximale hartslag voor een 20-jarige is 220 - 20 = 200 slagen per minuut.
Slide 19 - Tekstslide
De verschillende hardloop zones
Er zijn verschillende zones
Afhankelijk van het trainingsdoel
Doormiddel van HF max -leeftijd
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Hoe meet jij je hartslag ?
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Praktijk testen !
Slide 25 - Tekstslide
Nieuwe theorie!!
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Waarom moet jij dit weten?
Slide 28 - Woordweb
Slide 29 - Video
Wat is een 'normale' hartslag?
A
70-110 hartslagen per minuut
B
60-80 hartslagen per minuut
C
110-150 hartslagen per minuut
D
0-30 hartslagen per minuut
Slide 30 - Quizvraag
Wat gebeurt er met je rusthartslag als je regelmatig sport!?
A
Die daalt
B
Je hartslag blijft het zelfde
C
Die stijgt
Slide 31 - Quizvraag
Wat is geen onderdeel van de clucks
A
Voeding
B
Snelheid
C
Lenigheid
D
Coördinatie
Slide 32 - Quizvraag
Wat is Lichamelijke opvoeding
A
Meedoen aan sportlessen defensie
B
Meedoen aan militair sport
kampioenschap
C
Activiteiten die bijdragen aan taak specifieke fitheid
Slide 33 - Quizvraag
Een militair loopt hard op een rustig tempo en kan nog praten met zijn buddy ?
A
Hij loopt in zone 2
B
Hij loopt in zone 3
C
Hij loopt in zone 4
Slide 34 - Quizvraag
Oriëntatie
Bekijk het document portfolio
Slide 35 - Tekstslide
Oriëntatie
Welke opdracht zullen wij eerste maken?
Slide 36 - Tekstslide
Oriëntatie
Welke opdracht zullen wij eerste maken?
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Video
Oriëntatie
Hoe gaan jullie de opdracht maken?
Hoe bewaar je opdracht?
Slide 39 - Tekstslide
Oriëntatie
Hoe: zelfstandig voor volgende week?
Hoe bewaar je opdracht? In een map en hardcopy in een mapje?
Slide 40 - Tekstslide
Oriëntatie
Vragen over opdacht?
Slide 41 - Tekstslide
Maak de sleepvraag over de clucks !
Slide 42 - Tekstslide
Snelheid
Coördinatie
Uithoudingsvermogen
Kracht
Slide 43 - Sleepvraag
Snelheid
Coördinatie
Uithoudingsvermogen
Kracht
Slide 44 - Sleepvraag
Presenteren (portfolio)
Bereid een presentatie voor over één van de grondvorm van bewegen en leg daarin uit hoe je deze effectief kan trainen.
presentatie duurt ± 3 minuten
de docent verdeelt groepjes over de grondvormen
2-tallen.
maak de presentatie in powerpoint
Slide 45 - Tekstslide
Opdracht
a. Noem twee voorbeelden van een les of training uit de opleiding, waarbij jullie deze grondvormen getraind hebben.
b. Geef in een schaal van 5 (veel) tot 1 (nauwelijks) aan in welke mate CLUKS te maken heeft met deze grondvorm van bewegen "Gaan en lopen".
Slide 46 - Tekstslide
Opdracht
Met tweetallen
10 min de tijd
in powerpoint 1 presentatie
Die kunnen jullie beide gebruiken voor de portfolio