les - Verlichtingsdenken (thema's)

De Verlichte idealen & het ontstaan van de VS
les 1: Verlichtingsdenken
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De Verlichte idealen & het ontstaan van de VS
les 1: Verlichtingsdenken

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Hoofdvraag
  2. Inleiding
  3. Opdracht 'internet search'
  4. Nabespreken opdracht
  5. Opdracht 'Verlichtingsdenken'
  6. Nabespreken
  7. Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdvraag
Wat is Verlichting? Waarom ontstond er onrust n.a.v. de nieuwe ideeën?

Slide 3 - Tekstslide

                                 Inleiding
In
De wetenschappelijke revolutie (rond 1600) is de periode dat klassiek-religieuze ideeën plaatsmaakten voor modern-wetenschappelijke ideeën. Wetenschappers vertrouwde op de ratio. De wereld werd begrepen door rationalisme en empirisme. Kant noemde dit verschijnsel in de 18de eeuw: De Verlichting

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht
* Ga op het internet op zoek naar betrouware sites met informatie over de Verlichting.

* Ga op zoek naar de basisfeiten... WIE, WAT, WAAR, WANNEER, WAAROM, HOE?
* Maak hier een woordweb van. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Nabespreken
Verlichting is ...
  • WIE: intellectuele beweging 
  • WAT: een verandering van denkwijze, dat leidt tot een nieuw wereldbeeld
  • WAAR: in Europa. Beginnend in Engeland. 
  • WANNEER: 18e eeuw (begint overal op ander moment)
  • WAAROM: vloeit voort uit eerdere stromingen: wetenschappelijke    revolutie; empirisme; rationalisme
  • HOE: het uitgaan van feiten en logisch nadenke (rationalisme) en onderzoek / waarneming (empirisme). Verspreid door het gebruik van artikelen en boeken. 

Slide 8 - Tekstslide

Verlichting is het uittreden van de mens uit zijn onmondigheid waaraan hij zelf schuldig is. Onmondigheid is het onvermogen gebruik te maken van zijn verstand zonder leiding van een ander. Aan deze onmondigheid is men zelf schuldig wanneer de oorzaak ervan niet ligt in gebrek aan verstand maar ligt in het gebrek aan beslissing en moed het verstand te gebruiken zonder leiding van een ander. ‘Sapere aude!’: ‘Heb de moed te weten’ (d.i. gebruik te maken van uw eigen verstand), is derhalve het devies van de Verlichting’.”


de tekst die je hier leest is van Immanuel Kant

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
* Door de klas heen hangen posters met een thema's uit de 18de eeuw. 
* Loop langs de posters en lees de thema's. Bekijk er zoveel mogelijk maar wel met aandacht.
* Schrijf op de poster hoe jij denkt dat een Verlichtingsdenker 
   over het thema zou denken
* 10 min. 

Slide 10 - Tekstslide

Nabespreken

Slide 11 - Tekstslide

1
Op 1 november 1755 is het Allerheiligen, een katholieke feestdag. Veel mensen zitten in de kerk als om 10 uur een zware aardbeving Lissabon treft. Huizen en kerken storten in, er breekt brand uit en er volgt een tsunami. Naar schatting sterven 30.000 mensen. Veel mensen zagen de ramp als straf van God voor hun zonden.

Slide 12 - Tekstslide

2
In het Frankrijk van de 18de eeuw kende men een standenmaatschappij; de eerste stand (de geestelijken), de tweede stand (de adel) en de derde strand (de rest van de bevolking).
Men had niet de mogelijkheid om later in het leven in een volgende stand te komen. De hogere standen hadden alles voor het zeggen in het land, de simpele arbeiders of boer had helemaal geen privéleges. De derde stand moest bijvoorbeeld als enige belasting betalen, daarnaast moest ook nog eens 10% van het loon afgestaan worden aan de kerk. De normale arbeider of boer had normaal gesproken al een erg mager inkomen, door deze regels had de gemiddelde arbeider echter helemaal niets meer te eten.

Slide 13 - Tekstslide

3
Absolute macht is niet natuurlijk. Het is duidelijk dat het absolute koningschap niet past binnen de wetten der natuur. Volgens deze wetten heeft iedereen bepaalde natuurrechten. Deze natuurrechten bepalen dat iedereen recht heeft op leven, vrijheid en bezit. De absolute macht van koningen vormt een bedreiging voor deze rechten.


Slide 14 - Tekstslide

4
Émile leest zijn eerste boek.
Er is één boek dat het meest past bij mijn natuurlijke opvoeding. Robinson Crusoë zal het eerste boek zijn dat Émile leest en ook het enige tot hij vijftien jaar is. Hoe Robinson zich alleen en zonder hulp in leven weet te houden, is een verhaal dat op iedere leeftijd interesse wekt. Het boek zal voor Émile vermakelijk en leerzaam zijn. Hij zal constant in de weer zijn met zijn kasteel, geiten en zijn moestuin. Hij zal uit de praktijk leren wat iemand in zulke omstandigheden moet weten, niet uit boeken. Hij zal het gevoel hebben Robinsonzelf te zijn en zich verbeelden dat hij in dierenvellen rondloopt, met een grote hoed en sabel.

Slide 15 - Tekstslide

5
In Rusland waren boeren niet in dienst van een heer, maar waren zijn bezit. Ze moesten voor hem werken en hadden bijna geen rechten. Ze mochten nooit verhuizen. Daarom werden zij ‘lijfeigenen’ genoemd. De heer had alle macht over hen. Hij mocht ze straffen en soms zelfs doodmaken. De lijfeigenen vormden 90 procent van de Russische bevolking.

Slide 16 - Tekstslide

6
Schilderij van de salon van Madamme Geoffrin. Zij was een van de bekendste vrouwen in Parijs. Ze ontving in haar salon de belangrijkste kunstenaars, acteurs, wetenschappers en edellieden. Het schilderij zelf is echter een verzonnen compositie uit ca. 1814.

Slide 17 - Tekstslide

7
De handelssuccessen van de WIC lijken paradoxaal: de slavenhandel was kennelijk niet succesvol genoeg en het lijkt dan voor de hand te liggen om over te gaan op andere “handelswaar”. De WIC deed dit echter niet; de Nederlandse slavenhandel bleef bijna twee eeuwen standhouden, tot uiteindelijk in 1818 ook in de Nederlanden de handel in slaven werd afgeschaft. Er moet dus een goede reden zijn geweest om deze verlieslijdende handel te continueren.

Slide 18 - Tekstslide

8
Het tegelijkertijd zaaien van veldgewassen op rijen was een belangrijke vernieuwing in de landbouw in de eerste helft van de 19e eeuw, litho Jan Oomkens, 1827 

Slide 19 - Tekstslide

9
“Op de volgende pagina's bied ik niets meer dan eenvoudige feiten, duidelijke argumenten en gezond verstand: en hebben geen andere bedoelingen dan om de lezer, dan dat hij zich van vooroordeel en voorzegging ontdoet. Hij moet zich door zijn rede en zijn gevoelens laten lijden bij het bepalen wat het ware karakter van een man is, zijn standpunten in de huidige tijd verruimen.”

Slide 20 - Tekstslide

Afsluiting
Antwoord op de hoofdvraag
Wat is Verlichting? Waarom ontstond er onrust nav. de nieuwe ideeen?

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk
* lezen blz 1 en 2

Slide 22 - Tekstslide