Les 13: Professionele gesprekken voeren en les 14: Specifieke gesprekken voeren

Professionele gesprekken voeren.
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsoriëntatieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Professionele gesprekken voeren.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel 1

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
1.   AWR 
2.  Korte Energizer 
3.  terugblik vorige les 
4.  Lesdoelen 
5. Theoretisch gedeelte: Gesprekken - structuur - doel - vragen
6. Aan de slag 
7. Huiswerken
8. Terug- en vooruitblik
9.  Lesdoelen check + Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deel 1: 90 min (schatting qua tijd) 

1. AWR
2. Korte Energizer (alleen als er tijd voor is) 
3. (Huis)werk bespreken
4. Lesdoelen
5. Vragenronde
-----------------------------------20 min 

6. Theoretisch gedeelte: Overleg(vormen)
---------------------------------15 min 

7. Aan de slag opdracht 1 + 2 
8. Nabespreken opdracht 2
--------------------------------------45 min ( waarvan 5 min uitleg + 5 min nabespreken) 

9. Lesdoelen check + Afsluiting - 10 min 
90 min.... 
Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort professionele gesprekken voeren jullie in je (toekomstige) werk?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige les
Waar hebben we het over gehad in de vorige les? 
Wat weet jij nog van actief luisteren?

Eindopdracht - rubric en criteria communicatie. Vragen?

Huiswerk nabespreken - lezen Thema 1 en Thema 2 - 2.2. en 2.7

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

- kun je toelichten hoe een gespreksstructuur eruit ziet
- kun je benoemen welke 3 gespreksdoelen er zijn
- kun je verschillende vraagsoorten toepassen in een gesprek

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theoretische gedeelte

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De structuur van een gesprek
  1. Voorbereidingsfase
  2. Aanloopfase
  3. Planningsfase
  4. Themafase
  5. Slotfase 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereidingsfase
  • Je bereidt het gesprek voor.
  • Je denkt na over de aanleiding en het doel.
  • Praktische zaken; wie? waar? wanneer? 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanloopfase
  • Sfeer creëren
  • Deelnemers op hun gemak stellen
  • Social Talk
  • Betrekkingsniveau (relatie)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planningsfase
  • Afspraken maken over het verloop van het gesprek 
  • Waarom voer je het gesprek?
  • Doel van het gesprek?
  • Randvoorwaarden gesprek ? (Duur/ besluitvorming)
  • Onderwerp gesprek?
  • Wat zijn de verwachtingen? 
  • Vragen voor start gesprek?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Themafase
  • Kern van het gesprek (onderwerp bespreken en doel bereiken)

  • Inhoud is bij ieder gesprek anders (kennismakingsgesprek ziet er anders uit dan een evaluatiegesprek)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slotfase
  • Globaal de inhoud samenvatten, check of het klopt.
  •  Is het doel bereikt? Is iedereen tevreden?
  • Maak afspraken.
  • Sluit gesprek af.
  • Meestal ook weer sprake van social talk

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbereidings-
fase
aanloopfase
planningsfase
Themafase
Slotfase
Ruimte 
reserveren
Social
talk
Schetsen hoe 
gesprek eruit 
gaat zien
Kern van
gesprek
Samen-vatten

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is óók belangrijk bij actief luisteren?
A
Tijdens het gesprek je ervaringen delen
B
De ander laten uitpraten
C
Tijdens het gesprek je mening geven
D
Geen van bovenstaande is juist

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken actief luisteren
- Je geeft aandacht aan de ander
- Je laat de ander zien dan je luistert
- Je reageert gepast
- Je let op non-verbale communicatie

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gespreksdoelen:

Wat wil je bereiken met het gesprek?
Kennisdoel
Houdingsdoel
Gedragsdoel 

Kennisdoel:

Welke informatie wil ik de ander geven?
Welke informatie wil ik van de ander ontvangen?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Houdingsdoel:

Je wilt de mening en de gevoelens van de ander beïnvloeden 
Gedragsdoel:

Je wilt het gedrag van de ander beïnvloeden 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende vraagsoorten

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Open vraag 
  • Begint vaak met een vragend voornaamwoord: wie, welke, hoe, wat, wanneer, waarom?
  • Gesprek kost tijd
  • Meer informatie
  • Betere verstandshouding
  • Ruimte om te praten
Gesloten vraag
  • Kan met ja/nee of slechts een beperkt aantal keuzeopties beantwoord worden
  • Efficiënt bij korte, specifieke vragen
  • Weinig informatie
  • Gaat om feiten
  • Weinig persoonlijke sfeer

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wondervraag
  • Hoe zou uw situatie zijn als er een wonder zou gebeuren die alle problemen oplost?
  • Stimuleert zelfoplossend vermogen van de cliënt.
  • Je richt je op de oplossing, niet op het probleem.
Reflecterende vraag
  • 'U maakt zich zorgen, klopt dat?'

  • Reflecteren is het gevoel van de ander proberen weer te geven.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaalvraag
  • 'Op een schaal van 1 tot 10, hoeveel pijn heeft u?'
  • 'Wat is er nodig om van een 4 een 5 te maken?'
  • Je kunt een cliënt bewust maken van vooruitgang en je maakt concreet hoe je vooruitgang kan boeken.
Copingvraag
  • 'Hoe lukt het u om zo goed om te gaan met deze situatie?'
  • Je vraagt hoe een cliënt omgaat met de situatie waarin hij zich bevindt.
  • Positief, de ander is al goed op weg!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suggestieve vraag
  • 'U wilt zeker geen koffie meer hè?'
  • Jouw eigen mening of idee zit verweven in de vraag.
  • Je stuurt de cliënt naar een bepaald antwoord toe.
  • Ben je eigenlijk wel geïnteresseerd in de mening van de ander?
Dubbele vraag
  • 'Hoe gaat het met u? Wilt u dat ik de ramen open zet?'
  • Kan verwarrend zijn voor de cliënt.

Meer info? 
Boek: communicatie
Thema: 2
(keuzevraag, bijzondere vraag, confronterende vraag)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Lezen: Boek 'communicatie en gedrag' thema 2 - 2.1 t/m 2.4

Maken: Thema 2 opdracht 3 en 5

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
- Hoe ziet de structuur van een professioneel gesprek eruit?

- Welke gespreksdoelen zijn er?

- Welke soorten vragen kun je stellen?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitblik
Volgende les gaan we het hebben over:
 Specifieke gesprekken voeren!

Thema 3 uit het boek van Boom: Communicatie en Gedrag

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Bedankt voor jullie aandacht! 

Tot de volgende keer! 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel 2
4 lesuren (3x 45 min)

Slide 29 - Tekstslide

Deel 2: 90 minuten
Specifieke gesprekken voeren

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
1.   AWR 
2.  Korte Energizer 
3.  Terugblik vorige les 
4.  Lesdoelen 
5. Theorie: Specifieke gesprekken voeren
6. Aan de slag 
7. Huiswerken
8. Terug- en vooruitblik
9.  Lesdoelen check + Afsluiting

Slide 31 - Tekstslide

Deel 1: 90 min (schatting qua tijd) 

1. AWR
2. Korte Energizer (alleen als er tijd voor is) 
3. (Huis)werk bespreken
4. Lesdoelen
5. Vragenronde
-----------------------------------20 min 

6. Theoretisch gedeelte: Overleg(vormen)
---------------------------------15 min 

7. Aan de slag opdracht 1 + 2 
8. Nabespreken opdracht 2
--------------------------------------45 min ( waarvan 5 min uitleg + 5 min nabespreken) 

9. Lesdoelen check + Afsluiting - 10 min 
90 min.... 
Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende soort gesprekken
Daar gaan we het vandaag over hebben.

Weet jij al een voorbeeld hiervan te noemen?


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check het filmpje - wat voor gesprek is dit?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige les
Maak een mindmap van de vorige les!

Pak de les of Thema 2 uit "Communicatie en Gedrag" er nog eens bij en noteer in je mindmap wat jij nog weet van de structuur van een gesprek en de daarbij horende verschillende fasen van een gesprek.
timer
10:00

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

- Kun je uitleggen wat er nodig is ter voorbereiding op een professioneel gesprek.

- Kun je benoemen welke verschillende soorten specifieke gesprekken er zijn.

- Kun je minimaal 3 specifieke gesprekken toelichten door een omschrijving in eigen woorden.


Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theoretische gedeelte

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Specifieke gesprekken voeren
Een professioneel gesprek bereid je altijd goed voor! Je denkt Naast de aanleiding en doel, regel je ook allerlei praktische zaken. Deze praktische zaken vormen de randvoorwaarden voor een goed professioneel gesprek. 

Overleg even met je buurman/ buurvrouw.

Welke praktische zaken regel je voordat je een gesprek gaat voeren met een cliënt?

Slide 38 - Tekstslide

Bij een professioneel gesprek is het belangrijk dat je het gesprek goed voorbereidt. Je denkt na over de aanleiding en het doel van een gesprek en over allerlei praktische zaken. Zoals het tijdstip, de ruimte en benodigdheden. Deze praktische zaken vormen de randvoorwaarden voor een goed professioneel gesprek. Het zijn de zaken die je voor het gesprek uitgedacht of op orde wilt hebben.
Een goede voorbereiding
Je bereidt het gesprek voor in de voorbereidingsfase!
Je denkt na over de aanleiding en het doel.
Praktische zaken (randvoorwaarden); 
  • Wie? Aanwezig? Wie moeten er uitgenodigd worden?
  • Waar? Ruimte waar het overleg/ gesprek plaats vind.
  • Wanneer? Tijdstip van het overleg/ gesprek.
  • Uitnodiging? Nodig de aanwezigen uit geef aan wie, waar, wanneer ze worden verwacht.
  • Materialen? Wat is er nodig om het gesprek goed te laten verlopen, agenda, pen, papier

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
De docent maakt 6 groepjes van maximaal 5 personen.
De groepjes gaan aan de slag met het uitwerken van 1 specifiek gesprek.
  1. Telefoongesprek
  2. Intakegesprek
  3. Kennismakingsgesprek
  4. Evaluatiegesprek
  5. Klachtengesprek
  6. Slechtnieuwsgesprek                     
                                       
Elk groepje geeft een toelichting tijdens het nabespreken!
timer
15:00

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Telefoongesprek
  • Uitgaande gesprekken (goede voorbereiding, doel duidelijk, samenvatten, afspraken maken).
  • Inkomende gesprekken (actief luisteren, notities maken, vragen stellen, samenvatten).
  • Aandachtspunten telefoongesprek (stem, woordkeus, aandacht erbij).
  • Beeldbellen (test, aandacht erbij, rustige achtergrond, voorkomen geluidruis).


Geen non-verbale signalen,
dus dat maakt het soms best
ingewikkeld via de telefoon!

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intakegesprek
Een eerste gesprek met de cliënt - een kennismakingsgesprek. Het doel ervan is om gegevens van de cliënt te verzamelen en zijn hulpvraag duidelijk te krijgen:

-Je vraagt naar informatie over de cliënt die van belang is voor de opname.
-Je geeft informatie aan de cliënt over jouw organisatie en over de regels en de procedures.
-Je stemt de verwachtingen op elkaar af.

Aandacht voor  een goede sfeer; begroeten en social talk. Vervolgens ga je over op het doel van het gesprek en de werkwijze. Je geeft en vraagt informatie. Aan het einde vraag je naar onduidelijkheden/ eventuele vragen.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Acute Intake via de SBAR-methode

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennismakingsgesprek
Wat doe je bij een kennismakingsgesprek?
- Elkaar beter te leren kennen. 
- Vaak de eerste ontmoeting. 
- Als professional wil je dan meer weten over de achtergrond van de cliënt– zoals zijn gebruiken, rituelen, interesses, hobby’s en specifieke voorkeuren. 
- Creëer een veilige, open sfeer, waarbij de cliënt zich op zijn gemak voelt. 
- Verduidelijk daarbij de doelen van de kennismaking 
- Wees ook duidelijk over de verschillende rollen en verantwoordelijkheden. Wie doet wat en wat wordt er van de cliënt en naastbetrokkenen zelf verwacht.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatiegesprek
Bij het evaluatiegesprek ga je na in hoeverre bepaalde afspraken, handelingen of acties succesvol zijn geweest. 

Je kunt bijvoorbeeld een evaluatiegesprek voeren met een cliënt over zijn behandeling, begeleiding of ondersteuning. Belangrijk hierbij is dat je het doel en de werkwijze van het gesprek duidelijk maakt. 

Je wil duidelijkheid krijgen over hoe de behandeling, begeleiding of ondersteuning is verlopen en hoe de cliënt deze heeft ervaren. Je vraagt dus door op relevante onderwerpen om een duidelijk beeld te krijgen van de situatie.


Aan het einde van het gesprek vat je alle gemaakte afspraken samen en noteer je deze.  Door dit soort afspraken te noteren, is het gemakkelijker om er later op terug te komen.

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klachtengesprek
Cliënten en naastbetrokkenen hebben bepaalde verwachtingen bij de begeleiding, ondersteuning en zorg die ontvangen wordt. Als dit niet aan de verwachting voldoet, kan dit tot een klacht leiden. Een klacht kan over uiteenlopende zaken gaan: te klef eten, te laat verschoond, onvoldoende communicatie, zich niet begrepen voelen et cetera.

Objectief of subjectief?
Het is van belang om bij zowel een objectieve als bij een subjectieve klacht de cliënt serieus te nemen.

Goed luisteren
Of hij nou gelijk heeft of niet, de cliënt erváárt de situatie als vervelend. Je zult dus met een open houding willen luisteren. Je creëert een veilige sfeer, waarin de cliënt of naastbetrokkene openlijk zijn klacht kan uiten. Luister dus goed en vraag goed door, zonder direct jouw mening te geven. Leef je in, in de teleurstelling van de klager, maar doe dit zonder mee te klagen, want jij hebt een andere positie.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slechtnieuwsgesprek
Het overbrengen van slecht nieuws is nooit leuk. Vaak stel je het uit of draai je om de hete brij heen – maar dat is niet de manier. In een slechtnieuwsgesprek breng je direct kort en krachtig het slechte nieuws over, je laat de ander reageren en toont empathie. Je bereidt je goed voor op het gesprek, zodat je de boodschap duidelijk kunt overbrengen.

Fase 1. Slecht nieuws vertellen.
Fase 2. Emoties begrijpen en opvangen.
Fase 3. Oplossingen bedenken.


Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slechtnieuwsgesprek (vaardigheden)
In de eerste fase van het gesprek bereidt je je goed voor op de inhoud van de boodschap. Vervolgens draag je de boodschap duidelijk, kort en bondig over.

 In de tweede fase van het gesprek is het belangrijk om actief te luisteren. Niet alleen naar de inhoud, maar ook naar de beleving en de betekenis van het slechte nieuws voor de ontvanger: parafraseren dus. Hier heb je soms te maken met intense emoties. Het is belangrijk dat je óók oog hebt voor de non-verbale signalen van de ontvanger. 

In de derde fase van het gesprek is het vragen stellen en concretiseren van belang. Als de emoties te groot zijn, maak je voor deze fase een nieuwe afspraak. De tijd tussen de gesprekken is niet meer dan een paar dagen. Bedenk samen met de ontvanger een zo goed mogelijke oplossing. Je hebt dan gedaan wat je kon doen.

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verder aan de slag aan je eindopdracht

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
- Wat is er nodig voor een goede voorbereiding op een professioneel gesprek?

- Benoem 1 specifiek gesprek en leg uit wat deze inhoud.

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Bedankt voor jullie aandacht! 

Tot de volgende keer! 

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies