Week 5 Unit 1 Formatieve opdracht 23-24

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
  • Uitleg formatief (en summatief)
  • Groepen maken 
  • Fragment lezen
  • 'Jij bent van mij'

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen unit 1


Leren, inzien en herkennen dat er schoonheid gevonden kan worden in de realiteit doordat een schrijver een bepaalde invalshoek (doel), stijl of structuur toepast. 
  

Slide 3 - Tekstslide

Module 1 - MYP2 
Statement of inquiry 

When beauty is created with style, purpose, and structure the reflection of reality may be enhanced.

Slide 4 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
Key Concept = 
schoonheid
Related Concepts = 
doel 
structuur 
stijl
Global Concept = Persoonlijke en culturele expressie

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen Ned
Je leert over stijl- en structuurkenmerken in literaire fictie en hoe een schrijver de werkelijkheid manipuleert. 
Je zoekt bronnen over de werkelijke gebeurtenis waarop een verhaal is gebaseerd. 
Je weegt de bronnen en vergelijkt deze met een fictief werk.  
Je gebruikt correcte spelling en leestekens.

Slide 6 - Tekstslide

Wat doen? 

1. Leren waar je op kunt letten: stijl en structuur (hele periode).  
2. Oefenen met een fictie werk dat gebaseerd is op een echt verhaal (eerste 2/3 weken). 
3. Zelf een boek lezen (kiezen uit een lijst) 
4. Onderzoeken op welke gebeurtenis dat boek is gebaseerd. 
5. Reflecteren en op de relatie tussen realiteit en fictie. 
5. Een beoordelend verslag hiervan maken (in groepsverband).

Slide 7 - Tekstslide

Jij bent van mij 


Achterkant




Slide 8 - Tekstslide

Jij bent van mij 



Fragment 


Slide 9 - Tekstslide

Summatief 
Werkstuk maken (zie Toddle)
over je eigen, gelezen boek

Individueel (maar je mag met iemand overleggen als je zelfde boek hebt; je levert wel zelfstandig iets in) 

Slide 10 - Tekstslide

Formatief
In groep van 2-3
Over fragment 
Zie werkblad
27 september inleveren

Slide 11 - Tekstslide

Stijl

1. Woorden: zijn er bijzondere woorden of zinnen die opvallen?
2. Toon: hoe voel je je als lezer bij het lezen van het verhaal? Is het vrolijk, verdrietig, spannend, etc.?
3. Structuur: hoe zijn de zinnen gestructureerd? Zijn ze kort en krachtig of lang en gedetailleerd?
4. Vertelperspectief: wie vertelt het verhaal en hoe beïnvloedt dit jouw beleving?
5. Andere opvallende elementen? 


















Slide 12 - Tekstslide

Groep maken
Ga met 1 of 2 andere leerlingen zitten waar je de formatieve opdracht mee wilt maken. 
Let op: docent heeft de vrijheid groepen te veranderen
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Fragment 

Zie print van de docent 
Aan de slag: 
eerst lezen
dan bespreken 
vragen gaan uitwerken
eventueel huiswerk afspreken
Morgen verder met mevr. Van de Wetering 

Slide 14 - Tekstslide

Let op:
  • Bewaar je document als je er nu in gewerkt hebt
  • Spreek af wie wat gaan doen en wanneer (samen eraan werken is beter) 
  • Dit is huiswerk als het morgen niet af is

Slide 15 - Tekstslide

Lekker lezen

Slide 16 - Tekstslide

Morgen heb je je boek mee naar de les

Slide 17 - Tekstslide

fictie en non-fictie
fictie:
  • verzonnen gebeurtenissen, personages in boeken of films
  • doel: lezer vermaken, ontroeren, aan het denken zetten
  • een verhaal...soms wel echt gebeurd, maar mooier gemaakt
non-fictie:
  • teksten die niet zijn verzonnen, zoals teksten uit kranten, tijdschriften
  • doel: lezer informeren of iets leren

Slide 18 - Tekstslide

Fictie
Zijn verzonnen gebeurtenissen, personages in boeken of films

Doel: lezer vermaken, ontroeren, aan het denken zetten

Zo herken je fictie: 
het is een verhaal, gedicht, lied etc. Misschien echt gebeurd, misschien niet, maar mooier gemaakt. 

Slide 19 - Tekstslide

Non-fictie
Non-fictie is gebaseerd op feiten. 
Het doel van non-fictie is informeren.

Zo herken je non-fictie: 
Het gaat niet om de beleving.
Het gaat om de informatie/feiten.

Slide 20 - Tekstslide

Numo 
Waar gebleven? 

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht
In het fragment komen de agenten Jasper opzoeken.
  
Hoe wordt dit beschreven?
Wat is het effect ervan?

Slide 22 - Tekstslide

Morgen met 
mevrouw Van de Wetering 

Slide 23 - Tekstslide