H4 Thema 7 bs 3
1 / 32
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De ene soort voordeel
de ander nadeel
beide soorten voordeel
de ene soort voordeel de ander geen voor- of nadeel
mutualisme
commensalisme
parasitisme
Slide 2 - Sleepvraag
Concurrentie is een ___________ factor
A
Biotisch
B
Abiotisch
Slide 3 - Quizvraag
Voortplanting lieveheersbeestje
A
BIOTISCH
B
ABIOTISCH
Slide 4 - Quizvraag
Zware regenbui in bos waar lieveheersbeestje zich bevindt
A
BIOTISCH
B
ABIOTISCH
Slide 5 - Quizvraag
Schimmelinfectie op lieveheersbeestje
A
BIOTISCH
B
ABIOTISCH
Slide 6 - Quizvraag
Lieveheersbeestje weggejaagd door mieren
A
BIOTISCH
B
ABIOTISCH
Slide 7 - Quizvraag
Overwinteren lieveheersbeestje (lage temperatuur)
A
BIOTISCH
B
ABIOTISCH
Slide 8 - Quizvraag
Sluipwesp legt eitjes in lieveheerstbeestje
A
BIOTISCH
B
ABIOTISCH
Slide 9 - Quizvraag
Welk organisatieniveau wordt NIET gebruikt in de ecologie?
A
Ecosysteem
B
Organisme
C
Cel
D
Populatie
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Op welk plaatje zie je een voedselketen?
A
B
C
Slide 23 - Quizvraag
Waar begint een voedselweb of keten mee?
A
vleeseters
B
planteneters
C
planten
D
reducenten
Slide 24 - Quizvraag
Wat mag er niet in een voedselweb?
A
planteneters
B
vleeseters
C
afvaleters
D
nutriënten
Slide 25 - Quizvraag
Welke groep organismen is autotroof?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Afvaleters
D
Reducenten
Slide 26 - Quizvraag
Een pijltje in een voedselketen betekent:
A
Wordt gegeten door
B
Eet het volgende organisme
Slide 27 - Quizvraag
Zet de volgende organismen in de juiste volgorde om een voedselketen te vormen.
-->
Slide 28 - Sleepvraag
Consument 3
Consument 1
Consument 2
Heterotroof
Autotroof
Producent
