V4 Literatuur 6: Liefde (versregel, enjambement, strofen)

Welkom v4ta!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom v4ta!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Wat is er blijven hangen van vorige les? 
  3. Literatuur 6: Liefde (versregel, enjambement, strofen)
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 3 - Tekstslide

Leg uit.
Je kennis van de context en je vermogen om je in de situatie te verplaatsen, dragen dan bij aan de betekenis van een gedicht.

Slide 4 - Open vraag

Wat is een lyrisch ik?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel versregels?

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel versregels?

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel versregels?

Slide 10 - Tekstslide

Lees het gedicht 'eight days a week' van C. Buddingh' op pagina 144 van je hoofdboek.
Leg uit dat voor dit gedicht de uitspraak 'het wezenlijke verschil tussen proza en poëzie is de bladspiegel' geldt.
Gebruik in je antwoord het woord versregel.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Is hier sprake van enjambement?

Slide 13 - Tekstslide

Is hier sprake van enjambement?

Slide 14 - Tekstslide

Is hier sprake van enjambement?

Slide 15 - Tekstslide

Dichteres Ellen Deckwitz noemt enjambementen 'een soort cliffhangers'.
Verklaar deze omschrijving.

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Hoeveel strofen?

Slide 18 - Tekstslide

Hoeveel strofen?

Slide 19 - Tekstslide

Hoeveel strofen?

Slide 20 - Tekstslide

Bekijk het gedicht 'Sonnet 16' van Hans Andreus op pagina 144 van je hoofdboek.
Dit gedicht heeft een specifieke vorm, namelijk van een sonnet.
Beschrijf hoe een sonnet is opgebouwd.
Gebruik in je antwoord de woorden versregel en strofen.

Slide 21 - Open vraag

Lees het gedicht 'De geliefden' van Esther Jansma op pagina 144 van je hoofdboek.
Leg uit op welke manier de afwijkende laatste strofe van dit gedicht betekenis toevoegt aan het gedicht.

Slide 22 - Open vraag

Lees nogmaals de drie gedichten op pagina 144 van je hoofdboek.
Het verbindende thema van de gedichten is liefde.
Je zou kunnen zeggen dat de liefde in elk van deze gedichten 'zeer' doet.
Waarom?

Slide 23 - Open vraag

Onderstaande tekst is geschreven door door Willem van Zadelhoff. Maak van deze tekst poëzie door de tekst te verdelen in versregels en strofen en door met enjambement te spelen.
Het begon langzaam. Iedereen keek gespannen hoe de eerste stralen het gras streelden. De dag verhief zich, zonder haast. Een pastoraal brommertje doorkruiste de stilte. Zonder dat brommertje wisten wij niet hoe stil onze stilte was. En het bracht brood en kaas. Niet iedereen reed op het brommertje. Iedere keer genoot ik weer van het geluid van zijn motortje. Daar had ik genoeg aan. Gisteren hadden we geen brood en kaas nodig. We beseften niet hoe stil het was toen we de zon zagen opkomen. Het was geen dag als alle anderen. Het was zondag.

Slide 24 - Open vraag

Aan het werk
Maken H6 opdr 1 t/m 8 in je schrift. Je mag zachtjes overleggen met je buur.

Slide 25 - Tekstslide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les:
  • Huiswerk: - Maken H6 opdr 1 t/m 8
  • Meenemen: handboek, laptop en leesboek
  • Programma: klank en ritme aan de hand van gedichten over verlies (Literatuur 7)

Slide 26 - Tekstslide