Argumentatie

H3 en H4 lezen: argumentatie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3 en H4 lezen: argumentatie

Slide 1 - Tekstslide

2 soorten argumentatie
Feitelijke argumentatie

Waarderende argumentatie

Slide 2 - Tekstslide

Sleep het argument. Bepaal of het een feitelijk argument is of een waardererend argument.
feitelijk
waarderend
De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij.
Je kunt er beter niet aan deelnemen.
Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen gaat winnen.
Hij is immers veruit de beste in de debatten.
Omdat je met een scooter een grotere kans loopt op een ernstig ongeluk dan op een fiets,
lijkt het me verstandig scooters te verbieden.

Slide 3 - Sleepvraag


Argumenten kun je herkennen aan signaalwoorden. Woorden als want, omdat, en immers geven aan dat er een argument volgt.



Een standpunt herken je aan de woorden ik vind....., ik ben van mening...

Slide 4 - Tekstslide

4 vormen van argumenteren
  1. Enkelvoudige argumentatie
  2. Nevenschikkende argumentatie
  3. Onderschikkende argumentatie

Slide 5 - Tekstslide

 1. enkelvoudige argumentatie 
Je onderbouwt je standpunt met één argument.

Slide 6 - Tekstslide

2. nevenschikkende argumentatie 
Twee deelargumenten ondersteunen elkaar: de argumenten onderbouwen samen het standpunt. Als je een van de twee ontkracht, klopt je argumentatie niet meer.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

4. onderschikkende argumentatie 
Je ondersteunt een argument met een ander argument.


Slide 9 - Tekstslide


Dit is een complexe argumentatie

Slide 10 - Tekstslide

Overzicht argumentatie

Slide 11 - Tekstslide

Teken de argumentatie uit
Volgens mij is zij geschikt voor deze functie. Immers, ze heeft de benodigde opleiding, ze heeft minstens vijf jaar relevante werkervaring en ze beschikt over uitstekende communicatieve vaardigheden.

Slide 12 - Tekstslide

Nevenschikkende argumentatie

Slide 13 - Tekstslide

Teken de argumentatie uit
Hij is geschikt voor deze baan als operateur, want hij heeft vijf jaar relevante werkervaring. Hiervoor werkte hij immers in dezelfde functie bij Cinema Opera.

Slide 14 - Tekstslide

Onderschikkende argumentatie

Slide 15 - Tekstslide

Teken de argumentatie uit
De woningbouwvereniging is van mening dat de heer Jansen uit zijn woning moet worden gezet. Hij veroorzaakt namelijk regelmatig overmatig geluidsoverlast voor zijn buren.

Slide 16 - Tekstslide

Enkelvoudige argumentatie

Slide 17 - Tekstslide

Nu maken
H3 Lezen: Argumentatie (1)
opdracht 4


timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

Weerlegging

Een argument dat laat zien dat een argument zwak of onwaar is noemen we een weerlegging.

                                                                      


Voorbeeld:

Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). Maar de kans dat je huidkanker krijgt, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen). Als je je echter genoeg insmeert met zonnebrandcrème en niet te lang in de zon blijft, is er niets aan de hand (weerlegging).

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht bij filmpje
Wat is zijn standpunt?
Welke argumenten geeft hij?
Zijn dit feitelijke argumenten of waarderende argumenten?
Geeft hij ook tegenargumenten? En hoe weerlegt hij deze?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

havo 3 opdr. 2

Slide 22 - Tekstslide

vwo 3 opdr. 2

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide