Lesdoel: Ik kan uitleggen hoe productie tot winst leidt.
Taaldoel: Ik lees de theorie en maak dan pas de bijbehorende vragen.
Programma
Nabespreken huiswerk
Instructie: productie blz. 98 t/m 102
Begeleide inoefening
Zelfstandige verwerking: blz. 98 t/m 102
Korte nabespreking + evaluatie op lesdoel
Afronding van de les
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2
In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 4:
Lesdoel: Ik kan uitleggen hoe productie tot winst leidt.
Taaldoel: Ik lees de theorie en maak dan pas de bijbehorende vragen.
Programma
Nabespreken huiswerk
Instructie: productie blz. 98 t/m 102
Begeleide inoefening
Zelfstandige verwerking: blz. 98 t/m 102
Korte nabespreking + evaluatie op lesdoel
Afronding van de les
Slide 1 - Tekstslide
Nabespreken huiswerk
Blz. 104: Opdr. 29,30 en 31 (rekenen)
Blz. 108-109: Opdr. 42, 47, 48 en 49 (rekenen)
Blz. 124/125: Opdr. 10, 11,12,13,14,15 en 16 (rekenen)
Slide 2 - Tekstslide
LEES: blz. 98 t/m 102
timer
7:00
Slide 3 - Tekstslide
Produceren
Produceren is het maken van goederen en het leveren van diensten.
De productie van goederen gebeurt stap voor stap, in fasen.
De eerste fase is de productie van grondstoffen. Die komen uit de natuur.
In de volgende productiefasen wordt de grondstof bewerkt tot eindproduct.
Slide 4 - Tekstslide
Bedrijfskolom
Alle bedrijven die meewerken aan een product, vind je terug in de bedrijfskolom.
Het eerste bedrijf in de bedrijfskolom haalt grondstoffen uit de natuur.
De volgende bedrijven maken daar iets van.
Het laatste bedrijf levert het product aan de consument.
Slide 5 - Tekstslide
Waarde toevoegen
Door het werk van ieder bedrijf wordt het product steeds een beetje meer waard. Dat noem je toegevoegde waarde.
Slide 6 - Tekstslide
Bedrijfskolom en waarde
Slide 7 - Tekstslide
Productiesectoren
Bedrijven kun je in drie productiesectoren verdelen:
Agrarische bedrijven produceren grondstoffen met behulp van de natuur (bijv. tuinbouwbedrijf).
Industriële bedrijven gebruiken grondstoffen en materialen voor het produceren van goederen (bijv. scooterfabriek).
Dienstverlenende bedrijven leveren diensten (bijv. een winkel).
Slide 8 - Tekstslide
Ondernemer
Een ondernemer is iemand die met een eigen bedrijf zijn inkomen verdient.
Sommige ondernemers werken in hun eentje. Andere hebben personeel in dienst.
Slide 9 - Tekstslide
Productiefactoren
Alles wat je nodig hebt om te produceren, kun je indelen in vier productiefactoren.
Natuur: alles wat de natuur levert.
Arbeid: al het werk dat mensen doen.
Kapitaal: geld waarmee je hulpmiddelen koopt die nodig zijn om te kunnen produceren. Bijvoorbeeld gereedschappen, gebouwen, machines, enz. Je noemt deze hulpmiddelen kapitaalgoederen.