Produceren is het maken van goederen en het leveren van diensten.
De productie van goederen gebeurt stap voor stap, in fasen.
De eerste fase is de productie van grondstoffen. Die komen uit de natuur.
In de volgende productiefasen wordt de grondstof bewerkt tot eindproduct.
Slide 10 - Tekstslide
Bedrijfskolom
Alle bedrijven die meewerken aan een product, vind je terug in de bedrijfskolom.
Het eerste bedrijf in de bedrijfskolom haalt grondstoffen uit de natuur.
De volgende bedrijven maken daar iets van.
Het laatste bedrijf levert het product aan de consument.
Slide 11 - Tekstslide
Waarde toevoegen
Door het werk van ieder bedrijf wordt het product steeds een beetje meer waard. Dat noem je toegevoegde waarde.
Slide 12 - Tekstslide
Bedrijfskolom en waarde
Slide 13 - Tekstslide
Productiesectoren
Bedrijven kun je in drie productiesectoren verdelen:
Agrarische bedrijven produceren grondstoffen met behulp van de natuur (bijv. tuinbouwbedrijf).
Industriële bedrijven gebruiken grondstoffen en materialen voor het produceren van goederen (bijv. scooterfabriek).
Dienstverlenende bedrijven leveren diensten (bijv. een winkel).
Slide 14 - Tekstslide
Ondernemer
Een ondernemer is iemand die met een eigen bedrijf zijn inkomen verdient.
Sommige ondernemers werken in hun eentje. Andere hebben personeel in dienst.
Slide 15 - Tekstslide
Productiefactoren
Alles wat je nodig hebt om te produceren, kun je indelen in vier productiefactoren.
Natuur: alles wat de natuur levert.
Arbeid: al het werk dat mensen doen.
Kapitaal: geld waarmee je hulpmiddelen koopt die nodig zijn om te kunnen produceren. Bijvoorbeeld gereedschappen, gebouwen, machines, enz. Je noemt deze hulpmiddelen kapitaalgoederen.