Als je F2 hebt afgerond moet je: -het verschil kennen tussen bedrijvende (actieve) vorm en lijdende vorm
-weten wat synoniemen zijn
-deze tips toe kunnen passen om beter te formuleren;
1. Bedrijvende vorm gebruiken
2. De aandacht van de lezer trekken
3. Variëren!
4. Leestekens gebruiken
5. Goede lay-out gebruiken