2.3.4 Licht: Breking

• Natuur en techniek
• HBO
• Studiejaar 1

2.3.4 Licht: Breking

Een ezelsbruggetje:

Hierbij krijg je een handig ezelsbruggetje mee, zodat je nooit meer de verschillen tussen bijziend en verziend vergeet!

Bij Van Houten            Verkoopt Anna Brood

Bijziend                          Verziend

Voor het netvlies        Achter het netvlies

Holle lens                       Bolle lens

2.3.4 Lichtbreking

Je kunt uitleggen dat licht breekt bij de overgang van lucht naar water en van water naar licht

Practicum hoek van breking

Breking van licht

• Licht beweegt in rechte lijnen.
• Licht breekt wanneer het in een ander medium komt.
• De voortplantingssnelheid  veranderd dan.

Veranderen van de voortplantingssnelheid

Bij elke overgang naar een andere stof breekt het licht.

Ontdekken

Onderzoek hoe de een optische schijf het licht breekt.

• Omtrek + gebroken lichtstraal tekenen op het uitwerkblad. 
• Per uitwerkblad één soort optische schijf.
• Doe zoveel mogelijk metingen om te ontdekken hoe lichtbreking werkt. Wat valt je op aan de hoeken?

Lichtbreking naar de normaal toe en van de normaal af.

Laag naar hogere optische dichtheid: naar de normaal toe.

Hoge naar lage optische dichtheid: van de normaal af.

Lichtstralen zijn omkeerbaar.

Teken mee

Lichtbreking bij een bolle lens

Teken mee 

Bolle lens

Een bolle lens knikt de lichtstralen naar binnen.

CONVERGERENDE WERKING

Bolle (+) lens

1

2

3

Een bolle lens vergroot

Lichtbreking bij een holle lens

Teken mee

Holle lens: divergerende werking

Holle (-) lens

1

2

3

Holle lens

In de figuur is een zogenoemde prismabril getekend. Een persoon kan door naar beneden in het prisma te kijken, zien wat er voor hem gebeurt.

Is de breking bij overgang 1 juist weergegeven?

1. Ja
2. Nee

Is de breking bij overgang 2 juist weergegeven?

1. Ja
2. Nee

Een vis zwemt onder het wateroppervlak. Iemand bevindt zich in punt O
en kijkt naar de vis.
De persoon ziet de vis ...

1. dieper dan in werkelijkheid.
2. op dezelfde diepte.
3. minder diep.

Een vis zwemt onder het wateroppervlak. Iemand bevindt zich recht boven
de vis en kijkt naar de vis.
De persoon ziet de vis ...

1. dieper dan in werkelijkheid.
2. op dezelfde diepte.
3. minder diep.

licht breking

Het oog:

Adequate prikkel => licht.

zintuig   =>      lichtzintuig
orgaan   =>       het oog

Beeld ontstaat op het netvlies!

Scherp zien

Leg nu eens uit: hoe komt het nou dat je niet tegelijkertijd dichtbij en scherp kunt zien. Tip: kijk naar de lenzen in het plaatje. 

Bijziend en verziend

Holle lenzen: Als je moeite hebt om van veraf 

te zien en alleen dichtbij scherp ziet (bijziend).

Bolle lenzen: Als je moeite hebt om van
dichtbij te zien en alleen in de verte scherp
kunt zien (verziend). 

Accomoderen 

Een bril?

Korte oogbol = verziend = beeld achter netvlies =>

bolle lenzen (+) om dichtbij te zien. 

Lange oogbol = bijziend = beeld voor netvlies =>

holle lenzen om in de verte te zien

Waar gebruik je geen bolle lens voor?

1. Een microscoop
2. Een vergroot glas
3. Een leesbril
4. Een bril voor veraf

Bij een bolle lens gaan de lichtstralen

1. evenwijdig
2. uit elkaar
3. naar elkaar toe
4. terug naar de lichtbron

Verziend

Bijziend

Wat hoort waarbij?

Dichtbij is onscherp

Veraf is onscherp

Bril met holle lens nodig

Bril met bolle lens nodig

Holle lens

Bolle lens

Als de oogbol te groot is ben je

Daarbij worden lichtstralen                                    gebogen

Met een                                   worden lichtstralen goed gebogen 

Bijziend

Verziend

Te zwak

Te sterk

Holle (-) lens

Bolle (+) lens

Een vergrootglas is een bolle lens.

1. Waar
2. Niet waar

Welke lenzen zijn
positieve lenzen?
Er zijn meer antwoorden goed.

1. a
2. b
3. c
4. d