In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Oefenen tijdvak 5
ontdekkers en hervormers
1500 - 1600
Slide 1 - Tekstslide
Oorzaken van de ontdekkingsreizen
Gevolgen van de ontdekkingsreizen
Eu landen wilden zelf naar Azië om producten te kopen
Verbetering in de scheepvaart; kompas.
Eu zelf handelen in werelddelen; handelsposten
Gebieden werden veroverd; koloniën
Verspreiding EU cultuur
Betere kaarten
Slide 2 - Sleepvraag
Gebruik de bron. De Portugese koning João III besluit in de zestiende eeuw Brazilië te koloniseren.
Leg uit welke rechtvaardiging João III met dit verslag van Vespucci kan geven voor de kolonisatie van Brazilië, waarbij je je antwoord ondersteunt met een verwijzing naar de bron.
Slide 3 - Open vraag
Welke eigenschap past niet bij een humanist?
A
Een veelzijdige ontwikkeling.
B
Uitblinken op veel terreinen.
C
Het kritiekloos volgen van bestaande theorieën.
D
Een grote kennis bezitten van het Grieks en Latijn.
Slide 4 - Quizvraag
Gebruik de bron Een bewering: Palladio's werkwijze past bij de Renaissancetijd.
Geef twee verschillende argumenten voor deze bewering
Slide 5 - Open vraag
Gebruik de bron
Bij welke kenmerkende aspecten past de bron?
A
Het begin van de Europese overzeese expansie.
B
Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe
wetenschappelijke belangstelling.
C
De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke Kerk in West-Europa tot gevolg
had.
D
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
Slide 6 - Quizvraag
Gebruik de bron Bij deze bron passen twee beweringen: 1. De Reformatie heeft in 1580 Friesland bereikt. 2. Met deze bepalingen kiezen de Staten van Friesland partij in de Opstand.
Toon de juistheid van beide beweringen aan, telkens met een verwijzing naar de bron. (4pt)
Slide 7 - Open vraag
➤Onderstaande gebeurtenissen gaan allen over de Nederlandse opstand. Zet de gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde, van vroeger naar later.
Karel V wordt landsheer over de Nederlanden.
Het Smeekschrift der Edelen wordt aangeboden aan de landvoogdes
De Unie van Utrecht vormt een militaire bond
In het plakkaat van Verlatingen nemen de opstandige gewesten afstand van Filips II .
De Raad van Beroerte treedt op.
Slide 8 - Sleepvraag
1
2
3
4
5
Luther schrijft zijn stellingen met kritiek op de Kerk
Willem van Oranje leidt de strijd tegen Spanje
Paus doet Luther in de ban
Alva komt naar de Nederlanden
Beeldenstorm
Slide 9 - Sleepvraag
Deze prent van Leonardo da Vinci wordt vaak gebruikt om te laten zien dat de middeleeuwen voorbij zijn. Leg dit uit, door: - eerst met de tekening uit te leggen dat deze tekening typerend is voor een geleerde uit de Renaissance en - daarna uit te leggen welke aanpak een middeleeuwse geleerde zou kiezen.
Slide 10 - Open vraag
De Groningse geleerde Rudolph Agricola (1444-1485) schreef over kunst: “Bij beeldende kunst genieten we niet van wat we zien, maar van hoe het is weergegeven, omdat we daarin het talent van de kunstenaar herkennen.” Leg uit dat deze opvatting over kunst past bij de renaissance en niet bij de middeleeuwen.
Slide 11 - Open vraag
Welk soort oorzaak van de Nederlandse Opstand wordt beschreven in de bron?
Politieke
Sociale
Economische
Culturele
In 1564 woedde in de Nederlanden de pest en de daarop volgende winter was zeer streng. In het voorjaar van 1565 was de pest verdwenen maar de ellende hield aan. De graanimporten uit het Oostzeegebied stagneerden doordat de Sont afsloten werd door een oorlog tussen Denemarken en Zweden. De bevolking in Holland was bovendien sterk gegroeid en de Nederlanden waren afhankelijk van buitenlands graan.
De edelen van de Lage Landen voelde zich in hun eer aangetast en beroofd van traditionele bestuurlijke posities en privileges, doordat de Landsheer Karel steeds meer gebruikmaakte van loyale geschoolde ambtenaren.
Slide 12 - Sleepvraag
Gebruik de bron. Uit deze rede van Willem van Oranje is het godsdienstbeleid van koning Filips II af te leiden. Het politieke doel dat koning Filips II hiermee wilde bereiken past bij een kenmerkend aspect van de late middeleeuwen. Noem de kern van het godsdienstbeleid van koning Filips II en leg uit welk politiek doel hij daarmee wilde bereiken.