Thema6: De tijd van regenten en vorsten - Plaats in de tijd (introductie tijdvak + tijdlijnopdracht)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

H6: Tijd van Regenten en Vorsten

17e eeuw

De thema's bij geschiedenis

Thema's zijn hetzelfde als tijdvakken. Er zijn tien tijdvakken. 

• Brugklas tijdvak 1 t/m 5
• Tweede klas tijdvak 6 t/m 10

Regels

• Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
• Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
• Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
• Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
• Je behandeld een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 

Gouden Eeuw

Dit hoofdstuk leer je over...

• De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
• Het begin van de wereldeconomie en de VOC
• Amsterdam en hoe Amsterdam gegroeid is door de handel
• Admiraal Michiel de Ruyter 
• Keuze uit twee personen:

- Spinoza

- Hugo de Groot 

Waarom is dit onderwerp belangrijk?

• De wereld is onlosmakelijk met elkaar verbonden. Via het internet, maar ook qua handel betreft. Hoe is dat ooit ontstaan? 
• De geschiedenis van Nederland heeft ook negatieve kanten. Vandaag de dag  is er veel te doen rondom slavernij, waar komt dat vandaan en wat moeten wij ermee?  Het verleden leert ons de huidige wereld om ons heen beter te begrijpen 

Wat zijn specerijen?

1. Tropisch fruit
2. Kruiden
3. Tropische kruiden

Welke specerijen zien wij hier en waarvoor gebruiken we ze ?

Specerijen... Dat is peperduur!

Specerijen zijn tropische kruiden. Deze kruiden hebben vaak een sterke smaak en geur. 

• Kostbaar, werd gebruikt als betaalmiddel.
•                     peperduur. 

Deze week

Leer jij/onderzoek jij...

• Waarom dit tijdvak de Gouden eeuw heet (LP)
• Test jij je voorkennis van dit tijdvak (LP)
• Maak je een tijdbalk van dit thema. Je gebruikt daarbij: Jaartallen, gebeurtenissen met korte beschrijving en personen. 

https:

Aan de slag! 

• Begin met het maken van de test jezelf op de 

learning portal. 

• Deze taak maakt iedereen zelf, je mag elkaar op weg helpen. Jij moet aan mij laten zien dat je de opdrachten zelf kan 

• Als je klaar bent laat je het aan je docent zien. Hand opsteken. Druk op inleveren. Let op: ik ga controleren.