Nederlands 3A

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Lesoverzicht

1. Terugblik                                                                                            7. Evaluatie

2. Lesdoel                                                                                              8. Vooruitblik

4. Instructie (moddelen, nadoen, zelf doen)

5. Zelfstandige verwerking

7. Verrijking of verlengde instructie.

Terugblik | doel vorige les
Welk doel hebben wij de vorige les behandeld?

Denk jij dat je dit doel (nog steeds) beheerst?

Ja

Nee

Terugblik | opwarmertje

Lesdoel: Wat is het werkwoord in de zin?
Oefening(en):
Johan komt in de ruime kamer.

Instructie

Moddelen, nadoen, zelf doen

Lesdoel: Ik kan de juiste vorm van het werkwoord in de t.t. invullen 

                   (ik-, hij/zij-, wij-vorm).

                                                                                                               

Inleidende vragen:

• Wat is de hij/zij-vorm?
• Wat is de wij-vorm?

Instructie

Ik-vorm is altijd ik, hij/zij-vorm is een man/jongen/vrouw/meisje, wij-vorm is meer personen. Als je of jij achter het ww staat, alleen de stam opschrijven.

Modellen: 

• Johan (vinden) ______________________ de school niet leuk.

Instructie

Nadoen:

• De leraren (mopperen) ______________________ op hem.

Instructie

Zelf doen:
Elke dag (besteden) ____________________ hij veel tijd
aan zijn huiswerk.

Instructie

Zelf doen:
vinden 1. Hopelijk ____________________ je gauw een baan.

Zelfstandige verwerking | navragen

Wat betekent de ik-vorm?

Zelfstandige verwerking | navragen

Wat betekent de hij/zij vorm?

1. ik
2. man/jongen/vrouw/ meisje
3. meer personen

Zelfstandige verwerking | werkboek

Je werkt 15 minuten uit werkschrift spelling.

Regels zelfstandig werken:

• Houd je aan de stoplichtregels.
• Tijdens het zelfstandig werken telefoon inleveren bij de docent. Bij de evaluatie weer pakken.
• Na elke blz. eerst laten nakijken, dan pas verder werken.

Rood = Je stoort de docent niet. Je werkt stil.

Oranje = Je mag vragen stellen aan elkaar.

Groen = Vragenronde van de docent.

Verrijking/extra werk | verlengde instructie

• Extra werk: werken uit je Nederlands boek.
• Verlengde instructie: twee opdrachten samen maken.

Verlengde instructie

Soms wil het niet goed (lukken) _______________ .

Johan (verdienen) ____________________ liever geld.

Evaluatie | opdrachten
Lesdoel: Ik kan de juiste vorm van het werkwoord in de t.t. invullen
(ik-, hij/zij-, wij-vorm).

zitten Even later ____________________ hij op de fiets.

Vooruitblik | de volgende les

Lesdoel: 

• Ik kan de betekenis van belangrijke woorden uitleggen.
• Ik kan interpuncties (leestekens) op de juiste manier gebruiken.