De klucht van de koe



De klucht van de koe
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les



De klucht van de koe

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn de kenmerken
van een klucht?

Slide 2 - Woordweb

Kenmerken klucht
kort toneelstuk
volksvermaak met moraal
thema's: gierigheid, overspel, dronkenschap
humor: woordspelingen, seksueel getinte opmerkingen

Slide 3 - Tekstslide

Lees mee
Regel 1 t/m 81, de introductie van Gijsje de gauwdief. 

Vanaf regel 133 doet een pierewaaier zijn intrede

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een gauwdief?

Slide 5 - Tekstslide

Een gauwdief is een slimme, geslepen dief. 
('Gauw' betekent vlug of snel)

Slide 6 - Tekstslide

"Laatst ving ik nog een mooie buit bij een rederijkerskamer. Met een hamer en beitel brak ik een kist open die ik daar zag liggen en ik ontdeed de kas van haar zware lading. Ik stak het geld in mijn zak en ging er mee aan de zwier bij de dames van plezier, die heerlijke snollen." (r. 13 - r. 18) 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een pierewaaier?

Slide 8 - Tekstslide

Een pierewaaier is een losbol, flierefluiter of feestbeest.  

Slide 9 - Tekstslide

"Ik wilde even kort met mijn vrouw knuffelen, zoenen, vrijen, maar die vervloekte trut deed niets anders dan bijten, slaan en krabben. Ik zei haar: "Zoals je wilt, vrouw. Als jij niet wil, zijn er tal van anderen." En meteen liep ik het huis uit, rechtstreeks naar de kroeg. Ik stop niet voordat mijn beurs leeg is, of mijn lijf vol bier." (r. 155- 160)

Slide 10 - Tekstslide

  • Klucht: komisch toneelstuk, veelvoorkomende motieven zijn goedgelovigheid, overspel en dronkenschap. De bedoeling ervan was gewoon even lekker lachen en een beetje leren hoe het niet moet. De eerste Nederlandse kluchten stammen uit de 14de eeuw.
  • Eén van de personages is een gauwdief: dat is een slimme, geslepen dief. ‘gauw’ betekent ‘vlug’ of ‘snel’.
  • Een ander personage is een optrekker: dat is een slampamper, pierewaaier, losbol, doordraaier.
  • Rederijkerskamer: Rederijkers (1450-1650) In de vijftiende eeuw werden overal in de Nederlanden rederijkerskamers gesticht: verenigingen waar stedelingen samen kwamen om met elkaar literatuur te beoefenen. Rederijkers organiseerden regelmatig besloten bijeenkomsten en grote publieke feesten en wedstrijden waar toneelstukken werden opgevoerd en gedichten voorgedragen

Slide 11 - Tekstslide

Hoe wordt de boer getypeerd in De klucht van de koe?
A
sluw
B
goedgelovig
C
agressief
D
hitsig

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer werd de klucht van de koe gepubliceerd?
A
1612
B
1619
C
1618
D
1585

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heette de rederijkerskamer waar Bredero lid van was?
A
Het wil lavendel
B
D'Eglentier
C
De Violetten
D
Het Rosemarijnbloemken

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een bekend werk van Bredero?
A
De klucht van de molenaar
B
De klucht van de koe
C
De Spaanschen Brabander
D
Nederduytschen Rijmen

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video