2.8 Productinformatie

Voedselvergiftiging
Afweerreactie die ontstaat door het eten van voedsel dat is besmet met giftige stoffen

Vooral in kippen en varkens en rauwe producten
Tasten dunne darm aan


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Voedselvergiftiging
Afweerreactie die ontstaat door het eten van voedsel dat is besmet met giftige stoffen

Vooral in kippen en varkens en rauwe producten
Tasten dunne darm aan


Slide 1 - Tekstslide

Conserveren
 Voedingsmiddelen behandelen waardoor ze langer houdt bij zijn

Micro-organismen: vocht, voedsel, warmte en zuurstof

Slide 2 - Tekstslide

Invriezen: -20 graden
Drogen: water onttrekken

Slide 3 - Tekstslide

Pasteuriseren: tot 72 graden verhitten, niet alles dood
Steriliseren: tot 130-140 graden, wel alles dood

Slide 4 - Tekstslide

Vacuüm verpakken: lucht eruit
Gasverpakken: geen lucht maar een mengsel van gassen

Slide 5 - Tekstslide

Conserveermiddelen toevoegen: suiker, zout, zuur, stikstof of sulfiet
Doorstralen: radioactieve stralen

Slide 6 - Tekstslide

Additieven
Stoffen die aan voedingsstoffen worden toegevoegd om ze langer houdbaar of aantrekkelijke te maken

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat staat er allemaal op de verpakking van voedsel?

Slide 9 - Woordweb



Wat staat er allemaal op de verpakking van voedsel?

Slide 10 - Tekstslide

2.8 Product informatie

Slide 11 - Tekstslide

De kleine lettertjes
  • Productinformatie
  • Productiecode/partijcode
  • THT-datum
  • TGT-datum
  • Bewaarvoorschrift 
  • Ingrediënten 
  • E-nummer
  • Voedingswaarde

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

E-nummers

Additieven die geen gevaar opleveren voor de gezondheid

https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/e-nummers.aspx

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video


A

Slide 16 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij voedsel bewaren?
A
drogen
B
in blik
C
invriezen
D
in water leggen

Slide 17 - Quizvraag

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Koelen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken

Slide 18 - Quizvraag

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken

Slide 19 - Quizvraag

Hoe komt het dat jam niet snel bederft?
A
Doordat bij het vullen alle lucht uit de pot is weggezogen
B
Doordat micro-organismen niet kunnen leven in een milieu met veel suiker
C
Doordat de temperatuur ervoor zorgt dat de enzymen van de micro-organismen niet werken.
D
Doordat de micro-organismen niet kunnen leven in een mileu zonder water

Slide 20 - Quizvraag

Aan yoghurt(zie de afbeelding links) wordt vaak rodebietensap toegevoegd. Hierdoor krijgt de vla een fellere kleur.

Is rodebietensap een additief? En is rodebietensap een conserveermiddel?
A
Wel een additief, geen conserveer middel
B
Geen additief, geen conserveermiddel
C
Geen additief, wel conserveermiddel
D
Wel een addititef, wel een conserveermiddel

Slide 21 - Quizvraag

Drie methoden om voedselbederf door micro-organismen tegen te gaan, zijn invriezen, pasteuriseren en steriliseren.

Bij welke van deze methoden worden alle micro-organismen in het voedsel gedood?
A
Pasteuriseren
B
Invriezen
C
Steriliseren
D
Pasteuriseren en Steriliseren

Slide 22 - Quizvraag

Huiswerk
Basisstof 8: opdrachten 1 t/m 3


Slide 23 - Tekstslide