Zenuwstelsel - vragen

Hoe noemen we de hersenen en het ruggenmerg samen?
A
Zenuwstelsel
B
Hersenstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
Autonoom zenuwstelsel
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoe noemen we de hersenen en het ruggenmerg samen?
A
Zenuwstelsel
B
Hersenstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
Autonoom zenuwstelsel

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het zenuwstelsel bestaat uit
A
centraal zenuwstelsel, perifeer zenuwstelsel en lichaamszenuwen
B
centraal zenuwstelsel en perifeer zenuwstelsel
C
grote hersenen en zenuwen
D
perifeer zenuwstelsel en lichaamszenuwen

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bewegingszenuwen geleiden impulsen van...
A
zintuigen naar het centrale zenuwstelsel
B
het centrale zenuwstelsel naar zintuigen
C
spieren naar het centrale zenuwstelsel
D
het centrale zenuwstelsel naar spieren/klieren

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar ligt het cellichaam van een gevoelszenuwcel?
A
in het centrale zenuwstelsel
B
net buiten het ruggenmerg
C
in het ruggenmerg
D
in een zenuw

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar liggen de schakelcellen?
A
Buiten het centrale zenuwstelsel
B
In de zintuigen
C
In het ruggenmerg
D
In de zenuwen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke richting geleiden gevoelszenuwcellen (sensorische neuronen) impulsen?
A
Naar het centrale zenuwstelsel toe
B
Van het centrale zenuwstelsel af

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hypofyse hoort bij het
A
Zenuwstelsel
B
Spierstelsel
C
Hormoonstelsel
D
Uitscheidingstelsel

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Nummer 4 is:
A
Axon
B
Cellichaam
C
Dendriet
D
Synaps

Slide 8 - Quizvraag

Referentie:
http://www.homeopathienetwerk.nl/wp-content/uploads/Zenuwcel_klein-300x180.jpg
Dendrieten geven in zenuwcellen het signaal van het cellichaam door naar de synaps
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heten de onderdelen 1 en 5?
A
1 = axon 5 = myelineschede
B
1= dendriet 5 = axon
C
1 = dendriet 5 = myelineschede
D
1 = cellichaam 5 = synaps

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de afbeelding hiernaast is schematisch weergegeven hoe enkele zenuwcellen impulsen geleiden vanuit de huid naar een spier. De pijlen geven de richting van de impulsen aan.

Waar bevindt zich een axon of waar bevinden zich axonen?
A
van P naar synaps en van R naar ruggenmerg
B
van vinger naar R en van Q naar spier
C
van R naar ruggenmerg en van Q naar spier
D
van vinger naar R en van P naar synaps

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

grijze stof (cellichamen) kun je zowel in de hersenen als in het ruggenmerg vinden. Waar in de twee onderdelen?
A
hersenen: aan de binnenkant ruggenmerg: aan de binnenkant
B
hersenen: aan de binnenkant ruggenmerg: aan de buitenkant
C
hersenen: aan de buitenkant ruggenmerg: aan de binnenkant
D
hersenen: aan de buitenkant ruggenmerg: aan de buitenkant

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

aan welke zijde van het ruggenmerg vind je zenuwknopen?
A
aan de buikzijde
B
aan de rugzijde

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

reflexmatig handelen is onbewust handelen dus behoort tot het autonome zenuwstelsel
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies