H2 Kapitel 2 Lektion 4-6 Grammatik

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Heute:

Herhaling grammatica Lektion 4-6

1. Die Modalverben

Lernziel: Ik ken de Modalverben + wissen + möchten in het Duits

Ik kan deze toepassen en vervoegen

Welke modalverben
ken je?

Welke vormen hebben een andere klinker dan het hele werkwoord?

1. Ich + er / sie / es
2. alle enkelvoudsvormen
3. Wir + ihr
4. Alle meervoudsvormen

Bij welke personen is de vorm hetzelfde als het hele werkwoord?

1. Alle meervoudsvormen
2. wir + sie / Sie
3. Alle enkelvoudsvormen
4. Sie

Welke vormen krijgen GEEN uitgang?

1. Alle enkelvoudsvormen
2. Alle meervoudsvormen
3. ich + er / sie / es
4. du + er / sie / es

Vertaal: hij wil

Vertaal: zij kunnen

Vertaal: jij mag

Vul de juiste vorm van het werkwoord in

(dürfen) Wir ... viel Schokolade kaufen

(wollen) ... ihr auch für eine Reise Geld sparen?

(mögen) Ich ... die Farbe blau nicht.

(können) ... du die Hose für mich bestellen?

(müssen) Er ... neue Socken kaufen.

(dürfen) ... du dein ganzes Taschengeld aufgeben?

En nu... Vertalen

Vertaal de woorden die tussen haakjes staan

(ik kan) am Sonntag nicht kommen.

(ik moet) zum Feier meines Opas.

(kun jij) am Samstag nach Köln kommen?

(We kunnen) uns im Café treffen.

(Wil jij) auch mit zum Musical?

(ik mag)mir ein Musical ansehen.

(Alina wil graag) auch mitkommen.

(Mijn moeder weet), wo wir hingehen.

(Men kan) in Köln vieles besichtigen.

(Mijn tante wil) nach Köln fahren.

(Ze houdt van) Museen.

(Kun je) mir Tipps mailen?

Ik vind de Modalverben + wissen + möchten

1. Moeilijk
2. Makkelijk
3. Moet nog oefenen

Het persoonlijk voornaamwoord

Leerdoel: Ik kan het zelfstandig naamwoord door een persoonlijk voornaamwoord vervangen

Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je mannelijke zelfstandige naamwoorden vervangen?

1. er
2. sie
3. es
4. sie (mv)

Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je vrouwlijke zelfstandige naamwoorden vervangen?

1. er
2. sie
3. es
4. sie (mv)

Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je onzijdige zelfstandige naamwoorden vervangen?

1. er
2. sie
3. es
4. sie (mv)

Vul in:
Das Shirt ist nicht blau. ____ ist grün

Vul in:
Die Brille ist nicht neu. ___ ist alt

Vul in:
Die Schuhe sind nicht schwarz.
___ ___ grün.

Vul in:
Der Mann ist nicht jung.
___ ___ alt.

Vul in:
Die Bluse ist nicht gelb.
___ ___ orange.

Vul in:
Die Strümpfe sind nicht schön.
___ ___ hässlich.

Ik vind het persoonlijk voornaamwoord

1. Moeilijk
2. Makkelijk
3. Moet nog oefenen