persoonsvorm in tegenwoordige tijd

                           Stillezen
timer
25:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

                           Stillezen
timer
25:00

Slide 1 - Tekstslide

persoonsvorm in tegenwoordige tijd

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
- ik weet wat een persoonsvorm is
- ik kan  de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed schrijven

Slide 3 - Tekstslide

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd 
-De persoonsvorm is een vorm van het werkwoord. 
-Werkwoorden zijn doe-woorden. Ze vertellen wat er gebeurt of wat iets of iemand doet.
-Een werkwoord kan verschillende vormen hebben. Het past zich aan, aan wie of wat het doet. 

Slide 4 - Tekstslide

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd 
Als je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed wilt spellen, gebruik je de volgende regels: 
1. Bij ik schrijf je de ik-vorm;
2. Bij jij, u, hij, zij en het schrijf je de ik-vorm + t;
3. Bij wij, jullie en zij (meervoud) schrijf je het hele werkwoord. 

Slide 5 - Tekstslide

Verliezen
Hopen
Enkelvoud
Ik
Verlies
Hoop
Jij/u
Verliest
Hoopt
Hij/zij/het
Verliest
Hoopt
Meervoud
Wij
Verliezen
Hopen
Jullie
Verliezen
Hopen
Zij
Verliezen
Hopen

Slide 6 - Tekstslide

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd 
Let op: 
-Als de ik-vorm eindigt op een t, dan hoef je geen extra t te schrijven. 
Voorbeeld: karten - (ik) kart - (hij) kart
-Als je achter het werkwoord staat, hoef je geen t toe te voegen. Je schrijft in dit geval de ik-vorm.
Voorbeeld: Je vraagt me de oren van mijn hoofd. 
Vraag je nog even aan je ouders of je mee mag? 

Slide 7 - Tekstslide

(spelen t.t.) 1. Het jongetje ....... in de zandbak.

Slide 8 - Open vraag

(zwemmen t.t.) 2. De leerlingen...... in het koude water.

Slide 9 - Open vraag

(nemen t.t.) 3. ...... je liever de andere weg?

Slide 10 - Open vraag

(moeten t.t.) 4. Je ...... op een paar dingen letten

Slide 11 - Open vraag

(spelen t.t.) 8. Het elftal ........ vandaag thuis.

Slide 12 - Open vraag

(vinden t.t.) 8. Keano ........ voetbal leuk.

Slide 13 - Open vraag

Zie je de fout?

Slide 14 - Tekstslide

Is hier iets fout
 geschreven?

Slide 15 - Tekstslide

Vin.. jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?
A
Vindt
B
Vind
C
Vint

Slide 16 - Quizvraag

Jij vin.... dit een makkelijke quiz.
A
vint
B
vindt
C
vind

Slide 17 - Quizvraag

                           Stillezen
timer
25:00

Slide 18 - Tekstslide