18 apr: les 39

Welkom havo 1A!

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Welkom havo 1A!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op tafel:
- laptop en log in op LessonUp
- map
- pen

Welkom havo 1A
timer
3:30
Ga zitten volgens de plattegrond. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laptop dicht en aan de slag. 
Schrijf de antwoorden op in je schrift/map. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag donderdag 18 april: 
  • Huiswerk les 38 nakijken
  • Uitleg les 39 en 40

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk nakijken (les 38, vraag 1)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je een film zou maken over je eigen leven. Wat zou dan het belangrijkste thema zijn?
Geef een argument waarom.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen les 39
T2: Ik kan een mening formuleren met geschikte argumenten. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prachtige foto of juist niet? 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Prachtige foto? 
Waarom wel of waarom niet? 

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oordeel
Een oordeel over een boek, film, spel bestaat uit twee elementen:
  1. de mening (Ik vond dit een interessant boek)
  2. de argumenten (De personages waren erg geloofwaardig en het verhaal zat goed in elkaar)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beoordelingswoorden
Om een oordeel te kunnen 
geven maak je gebruik van 
beoordelingswoorden.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
Een oordeel bestaat uit (1) de mening en (2) beoordelingswoorden.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn beoordelingwoorden?
A
woorden waarmee je iets kunt zeggen
B
woorden die de verhaalsoort aangeven
C
woorden waarmee je je mening kunt geven
D
woorden die tegengesteld zijn aan elkaar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een verhaal beoordelen
Een verhaal beoordelen
Een oordeel over een boek bestaat uit twee onderdelen: de mening en de argumenten.

- mening: ik vind...
- argument: uitspraken die aangeven waarom je dat vindt.

Voorbeeld 1: Ik vond het een mooi boek. De personages waren erg geloofwaardig en het verhaal zat goed in elkaar.
Voorbeeld 2: Ik vond het een grappig boek. Jammer dat het uit is.
Welk voorbeeld is beter?





Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een verhaal beoordelen

Boeken en films kun je op basis van een aantal vaste kenmerken beoordelen om de kwaliteit vast te stellen. Deze kenmerken zijn: 

  1. Personen
  2. Gebeurtenissen
  3. Opbouw 
  4. Taalgebruik

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie
Een verhaal beoordelen 

  1. Personen                                                                                                  Kan in mij inleven in de hoofdpersoon?
     Vind ik de personages geloofwaardig? 
  2. Gebeurtenissen                                                                               Komen de gebeurtenissen realistisch over?
    Zet het verhaal mij aan het denken?
  3. Opbouw                                                                                                    Wat vind ik van de opbouw van het verhaal?                   
    Is het verhaal lastig te lezen of niet?
  4. Taalgebruik                                                                                            Vind ik het taalgebruik moeilijk of makkelijk?                               Wat vind ik van de gesprekken in het verhaal? 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oordeel
onderbouwen
recensie
mening, wat je vindt van een verhaal.
vertellen waarom je iets vindt, met argumenten. 
oordeel over een boek, film, spel, theaterstuk, app.

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

personen
gebeurtenissen
opbouw
taalgebruik
Er zijn veel moeilijke woorden. 
Het einde van het verhaal verraste me enorm. 
Ik vond de hoofdpersoon heel vriendelijk overkomen. 
Ik bleef nog lang nadenken over het verhaal. 

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

kenmerken waarop je een verhaal kunt beoordelen
opbouw
lengte van de zinnen
gebeurtenissen
genre
aantal bladzijdes
personen
fictie of non-fictie
taalgebruik

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees de beoordeling
van het boek Tsjik (2010).
Leg uit wat je goed of niet goed
vindt aan de beoordeling.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees de beoordeling
van het boek Tsjik (2010).
Leg uit wat je goed of niet goed
vindt aan de beoordeling.

Slide 21 - Open vraag

Deze niet behandeld. 
Lees beide beoordelingen
van het boek Tsjik (2010).
Leg van beide beoordelingen
uit of je ze goed
onderbouwd vindt.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees de recensie van Shock (2014).
Op welke kenmerken beoordeelt
de recensent het verhaal?
Leg je antwoord uit.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees de recensie van Shock (2014).
Op welke kenmerken beoordeelt
de recensent het verhaal?
Leg je antwoord uit.

Slide 24 - Open vraag

Deze niet behandeld. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sluit de laptop.
Nodig: schrift/map en pen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflecteren
Wat bepaalt of jij een film goed of slecht vindt? Waarop baseer je jouw oordeel?

Wat bepaalt of jij een boek goed of slecht vindt? Waarop baseer je je oordeel?

Schrijf op welke overeenkomsten en verschillen er zijn tussen het beoordelen van een film en een boek.

Geef minstens 2 overeenkomsten en 2 verschillen. 

timer
6:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze niet behandeld. 

Schrijf 1 ding op dat
je deze les hebt geleerd.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Vul de leesplanning in.
Let op: de boekopdracht moet vrijdag 31 mei ingeleverd worden.  

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies