In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Periodiseren Les 5
Slide 1 - Tekstslide
Inhoud van de les
1. FF opfrissen van les 4..Het trainen van het UHV
2. Trainen van het UHV
- Herhalingsmethode
- Wedstrijdmethode/testmethode
3. Het trainen van Kracht
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling les 4
Het trainen van het UHV:
1. Duurmethode
- Aeroob 1, 2 en 3
2. Intervalmethode
- Intensieve en Extensieve
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
80% Karvonen
70% Karvonen
60% Karvonen
Koolhydraat verbranding
Vetzuur en koolhydraat verbranding
Vetverbranding
Aeroob 1
Aeroob 2
Aeroob 3
Slide 5 - Sleepvraag
"Continue langdurige belasting zonder rustpauzes waarbij de intensiteit meestal gelijk blijft" is de omschrijving van een UHV training
A
Waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Geef de omschrijving van een intervaltraining
Slide 7 - Open vraag
Stelling: In de pauzes van een interval training hersteld het lichaam volledig
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Stelling 1: bij een extensieve intervaltraining maakt de sporter relatief veel herhalingen Stelling 2: intensieve intervaltraining kent een hoge intensiteit en relatief geringe herhalingen
A
Stelling 1 is juist
B
Stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn niet juist
Slide 9 - Quizvraag
Het trainen van:
Het uithoudingsvermogen
1. Duurmethode
2. Intervalmethode
3. Herhalingsmethode
4. Wedstrijd/testmethode
Schuingedrukt vorige les behandeld
Slide 10 - Tekstslide
3. Herhalingsmethode
- Lijkt op int. intervaltraining
- Verschil: pauzes zijn zo lang dat volledig herstel plaatsvindt
- Voordeel is dat de sporter bij elke herhaling weer diep kan gaan.
Herhalingen: weinig/gering
Intensiteit: hoog
Slide 11 - Tekstslide
4. Wedstrijd-of testmethode
- 1 trainingsbelasting
- simuleren van de wedstrijd
Bij deze methode controleer je of de sporter in juiste trainingsvorm is en of de trainingseffecten zijn gerealiseerd.
Slide 12 - Tekstslide
Het trainen van kracht
Slide 13 - Tekstslide
Algemeen en specifieke kracht
1. Algemeen kracht : de kracht die de skeletspieren van het hele lichaam kunnen leveren
2. Specifieke kracht: de kracht van de spieren die gebruikt worden voor de specifieke sportbeweging en sportbelasting
Slide 14 - Tekstslide
Hypertrofietraining
Slide 15 - Tekstslide
Kies je sport en benoem een krachttraining die hierbij past. Waarom past dit?
Slide 16 - Woordweb
Wat zijn belangrijke spiergroepen om te trainen bij een voetballer die explosief en snel moet reageren?
A
Been en armenspieren
B
Alleen beenspieren
C
Armspieren
D
Beenspieren en core
Slide 17 - Quizvraag
Volgende les?
Uitleg Eind opdracht periodisering
Opdracht 2 wordt besproken en uitgelegd. Ruimte om vragen te stellen.