kenmerken bijvoeglijke bijzin
het boek dat op tafel ligt, (is duur).
de laptop die heel duur was, (is gestolen).
- bevat een kern = ANTECEDENT
- bevat een betrekkelijk voornaamwoord = die/dat/wie/wat
het-woord--> gebruik 'dat'
de-woord --> gebruik 'die'
3. is onderdeel van een zinsdeel (onderwerp, LV, MV, BWB enz.)