V5 - TH2 - les 3 gedrag

vandaag
samenvatting: 
BS 4 - Vorming van gedrag / BS5 - aangepast gedrag
nieuw:
BS6 - sociaal gedrag / BS7 gedrag bij mensen
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 45 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

vandaag
samenvatting: 
BS 4 - Vorming van gedrag / BS5 - aangepast gedrag
nieuw:
BS6 - sociaal gedrag / BS7 gedrag bij mensen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vergeten...
huiswerk
opdracht 48 t/m 66

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 2 Waarneming 
en gedrag

BS4 Vorming van gedrag

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen BS4
Na deze BS kun je:
  • toelichten dat gedrag deels erfelijk is bepaald. 
  • beschrijven dat er een dynamische relatie is tussen een organisme en zijn omgeving. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen van BS4
erfelijke eigenschappen
motivatie
periodieke invloeden
voortplantingsprikkel
biologische klok
sleutelprikkel
supernormale prikkel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gedrag
wordt beïnvloed door: 
erfelijke (aangeboren) eigenschappen 
aangeleerde (ervaring) eigenschappen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voedingsgedrag
smakelijk?? 
wanneer zou je het toch eten?? 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleutelprikkel
Sleutelprikkel: prikkel die altijd hetzelfde gedrag tot gevolg heeft

De respons op  een sleutelprikkel is aangeboren


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Supranormale prikkels
Supranormale prikkels: versterkte sleutelprikkel 
Leidt tot een sterkere respons

Overdreven eigenschappen = gebruik maken van supranormale prikkels

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

sleutelprikkels bij mensen
ook wij worden beïnvloed door kleuren, geuren en vormen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 2 Waarneming 
en gedrag

BS5 Aangepast gedrag

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen BS5
Na deze BS kun je:
  • leerprocessen herkennen
  • leerprocessen beschrijven
  • de functie van leerprocessen uitleggen. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen van BS5
leerprocessen
inprenting
gevoelige periode
conditionering
proefondervindelijk
trial and error

geconditioneerde reflex
Skinner-box
imitaatie
inzicht

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerprocessen
adequaat gedrag 
  • aangeboren -> eten/drinken bij moeder
  • aangeleerd  -> opletten met oversteken van de weg
leerprocessen:
  • inprenting - in goevoelige periode
  • gewenning - reactie op prikkel neemt af
  • proefondervindelijk - trial and error 
  • imitatie - na doen
  • inzicht- ervaringen uit het verleden

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conditionering
  • Proefondervindelijk leren, maar mens bepaalt wat een straf of beloning oplevert
  • Pavlov-reactie
  • Skinner-box

Slide 15 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=cBdEEzZvOYk&ab_channel=Clipphanger

https://www.youtube.com/watch?v=8-knd0tnRM4&ab_channel=EileenDejaegere
1:00-154

https://www.youtube.com/watch?v=lxImLwqY0Jc&ab_channel=GianlucaCampana
Filmpje is spaans gesproken. De rat krijgt een beloning (suikerwater) wanneer hij op de linker hendel drukt. In een nieuwe omgeving zal de rat eerst zijn omgeving onderzoeken, waarbij hij vanzelf op de hendel drukt. Doordat dit gelinkt is aan de beloning, leert de rat heel snel om op de hendel te drukken. 
Pavlov effect

een kunstmatige prikkel 
veroorzaakt een specifieke 
reactie (respons)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Skinner-box
leerachtige voor dieren
- gedrag wordt beloond
- dopamine 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

huiswerk:
opdracht 48 t/m 66

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 2 Waarneming 
en gedrag

BS6 - Sociaal gedrag 
BS 7 - Gedrag bij mensen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen BS6 en 7
Na deze BS kun je:
  • de functie en verschillende vormen van sociaal gedrag uitleggen
  • het verband van verschillende vormen van sociale gedrag uitleggen met de overlevingskansen
  • overeenkomsten en verschillen in het gedrag van dieren en mensen beschrijven

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen van BS6 en BS7
sociaal gedrag
signalen
communiceren
geritualiseerd gedrag
territoriumgedrag
dreiggedrag
overspronggedrag
conflictgedrag
rangorde
pikorde
imponeergedrag
verzoeningsgedrag
staten
_______________________
leervermogen
empathie
moreel bewustzijn

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedrag van soortgenoten ten opzichte van elkaar.

Sociaal gedrag
Bij sociaal gedrag wordt de prikkel signaal genoemd.

Signalen dienen voor informatieoverdracht (communiceren)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

sociaal gedrag
  • Gedrag van soortgenoten tegen elkaar
  • Signalen
Hiertoe behoren o.a:
- Taakverdeling
- Voortplantingsgedrag
    Balts en paring, geritualiseerd gedrag
- Territoriumgedrag (in vogels)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt gedrag bepaald.
Gedrag wordt bepaald door:
  • Erfelijke factoren (genen). Gedrag dat al bij pasgeboren jongen waarneembaar is, wordt grotendeels bepaald door erfelijke factoren.
bijv.: de zuigreflex van baby's. 
  • Leerprocessen.


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • voortplantingsgedrag
  • Zelfde soort
  • Juiste geslacht
  • Brengt geslachten bij elkaar in vruchtbare periode
  • Verlaagt agressie
  • Maakt keuze mogelijk
  • geritualiseerd
  • balts = insekten 
  • bronst = zoogdieren

Balts / bronst

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Verdediging van een gebied dat (relatief) uitsluitend door een dier of een groep dieren wordt bewoond.
  • Beschutting
  • Voedsel
  • Balts en paring
  • Nest maken
  • Behuizing maken
  • op grenzen dreiggedrag

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Ambivalent gedrag: gedrag dat is opgebouwd uit 2 of meer gedragssystemen

  • Overspronggedrag: niet relevant lijkend gedrag (signaalfunctie

  • Omgericht gedrag: agressie wordt niet op tegenstander, maar op surrogaat object gericht. 

Conflictgedrag

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dominantie/hierarchie/ pikorde
  • De sociale rang van elk lid in sociale groep
        -Meestal rechtlijnige hierarchie of rangorde

  • Bepaalt het recht van elk dier op voedsel: pikorde 

bepaald door bijv.:
  • dominantie
  • kracht
  • leeftijd
  • zorgend voor ei/baby/kind

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

imponeergedrag / verzoeningsgedrag
imponeergedrag 
  • bij bedreiging
  • indrukwekkend en groot maken

verzoeningsgedrag
  • ondergeschikt 
  • agressie neemt hierna af

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Statenvormende insecten
  • insecten die leven in staten 
  • staatshoofd: koningin

  • De ultieme samenwerking
     -Mieren
     - bijen
     - wespen
     - Termieten

Met zeer sterke taakverdeling

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Statenvormende insecten
bijen: 
  • tot wel 60.000 bijen 
  • bevruchte eieren: 
    werkbijen (diploïde) 
  • onbevruchte eieren: 
    darren (haploïde)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oefeningen biologie pagina:

gedragsvormen: link
oefentoets: link
aan de slag

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DNA 98% overeenkomstig met mensapen
  • ook gedrag vertoon veel overeenkomsten

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erfelijke eigenschappen
bij mensen
Eigenschappen zoals zuiggedrag bij baby's en de emoties in onze gelaatsuitdrukkingen.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leervermogen van de mens
Het leervermogen is de neiging tot gedragsverandering.

Belangrijk voor de mens om zich te kunnen aanpassen aan zijn omgeving én de omgeving aan te passen aan hen.


Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Empathie
 Empathie (= inlevingsvermogen) is het vermogen om een denkbeeldige voorstelling van iets te maken en dat beeld aan te passen.

Speelt ook een rol bij medeleven en competitie.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communicatie bij mensen
Mensen zijn in staat tot spreken, iets wat andere mensapen niet kunnen.

Een belangrijke factor in kennisoverdracht is taal

De symbooltaal heeft vele voordelen ten opzichte van de signaaltaal

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moreel bewustzijn bij de mens
Mensen zijn zich moreel bewust en analyseren en beoordelen hun eigen gedrag en dat van anderen.

Normen: gedragsregels
"Gij zult niet stelen!"

Waarden: uitgangspunten
Eerlijkheid. Respect. Rechtvaardig.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Moreel bewustzijn bij dieren
Ook dieren hebben een moreel bewustzijn.

In dit filmpje is duidelijk te zien dat gelijke behandeling en rechtvaardigheid ook bij apen een rol speelt.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedragsregels
Gedragsregels kunnen in een groep door individuen worden overgedragen naar nieuwe individuen.

Bij mensen is dit een belangrijk aspect van cultuur.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

Maken voor donderdag 
opdracht 48 t/m 66

 maandag
Opdrachten 68 t/m 81

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies