Je krijgt kennis over de hoofdgedachte, leesstrategieën, beeld en opmaak, tekstsoorten en tekstdoelen, indeling van teksten, tekstverbanden (met signaalwoorden) en tekstfuncties.
Hiermee kun je teksten met verschillende doelen nauwkeurig en kritisch lezen, je kunt de inhoud wegen en beoordelen, je wordt zelfstandiger en je wordt een betere schrijver.