M1 - Grammatica - Zinnen ontleden

Quiz - ontleden
  • Twaalf vragen
  • De persoon met de meeste goede antwoorden (én de snelste tijd) wint. 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Quiz - ontleden
  • Twaalf vragen
  • De persoon met de meeste goede antwoorden (én de snelste tijd) wint. 

Slide 1 - Tekstslide

De persoon | met de meeste goede antwoorden | én de snelste tijd | wint.
A
Deze zinsontleding is goed.
B
Deze zinsontleding is fout.

Slide 2 - Quizvraag

Mijn zus | geeft veel geld aan kleding | uit.
A
Deze zinsontleding is goed.
B
Deze zinsontleding is fout.

Slide 3 - Quizvraag

De timmerman | sloeg | de spijker | in de plank.
A
Deze zinsontleding is goed.
B
Deze zinsontleding is fout.

Slide 4 - Quizvraag

Heeft de volgende zin een lijdend voorwerp?

"Italiaanse families eten vaak pastagerechten."
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Heeft de volgende zin een lijdend voorwerp?

"Jouw buurjongetje is de hele dag aan het klieren."
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Heeft de volgende zin een lijdend voorwerp?

"De monteur heeft de reparatie snel uitgevoerd."
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?

"De bezorger heeft mijn pakketje op het verkeerde adres afgeleverd."

Slide 8 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin?

"De bezorger heeft mijn pakketje op het verkeerde adres afgeleverd."

Slide 9 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?

"Vergeet je de buurman niet uit te nodigen?"

Slide 10 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin?

"Vergeet je de buurman niet uit te nodigen?"

Slide 11 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?

"Op televisie kijk ik het liefst kleurrijke natuurfilms."

Slide 12 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin?

"Op televisie kijk ik het liefst kleurrijke natuurfilms."

Slide 13 - Open vraag