21/4 Perspectief

Perspectieven
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Perspectieven

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik


- Thema
- Motieven

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag!
- Je kunt benoemen wat voor soort perspectieven er zijn
- Je kunt perspectieven herkennen uit het verhaal 

Slide 3 - Tekstslide

Vertelperspectief
Vertelperspectief is een punt van waaruit iemand naar iets kijkt. 

Als je een verhaal leest, dan bekijk je alles vanuit een bepaald persoon. Dat wordt vertelperspectief genoemd. 

Slide 4 - Tekstslide

3 soorten vertelperspectief
Ik-perspectief
personale verteller
auctoriale/alwetende verteller

Slide 5 - Tekstslide

Ik-perspectief
Als alles wordt verteld vanuit de ik-vorm. 

Je weet alleen dingen die de 'ik' zelf heeft meegemaakt of die hem door andere personages zijn verteld. Je kunt niet in het hoofd van andere personages kijken. Je krijgt dus letterlijk 1 kant van het verhaal mee, namelijk dat van de 'ik'. 

Slide 6 - Tekstslide

Personale verteller
Dit lijkt op de ik-verteller, maar het verhaal wordt dan vanuit de derde persoon verteld: de 'hij' of de 'zij'. Deze 'hij of 'zij' heeft alleen toegang tot haar eigen belevingswereld. 

Er kunnen bij dit perspectief - net als bij de ik-verteller ook meerdere vertellers in een verhaal voorkomen --> meervoudig personaal vertelperspectief.

Slide 7 - Tekstslide

Auctoriale/alwetende verteller
Deze verteller is alwetend. 

Hij of zij ziet alles, weet alles, hoort alles (ook van gebeurtenissen die gelijktijdig plaatsvinden), kent de gedachtes van alle personages en weet wat vroeger is beleefd en wat later zal gebeuren. Deze kan ook commentaar geven op gebeurtenissen. 

Verschil met andere vertellers: geen personage in het boek. 

Slide 8 - Tekstslide

Welk perspectief?


Anton woonde in het tweede huis van links: dat met het rieten dak. Het heette al zo toen zijn ouders het kort voor de oorlog huurden; zijn vader had het eer- der ‘Eleutheria’ genoemd of iets dergelijks, maar dan geschreven in Griekse letters. Ook al voordat de catastrofe plaatsvond, had Anton de naam ‘Buitenrust’ niet opgevat als de rust van het buitenzijn, maar als iets dat buiten de rust was, – zoals ‘buitengewoon’ niet op het gewone van het buitenzijn slaat (en nog minder op het buiten wonen in het algemeen), maar op iets dat nu juist niet gewoon is.

Slide 9 - Tekstslide

Welk perspectief?
De eerste tien jaar van mijn leven was ik niet zwart. Ik was op veel manieren anders dan de mensen om mij heen, maar donkerder was ik niet. Dat weet ik. Er is een dag geweest waarop ik een verkleuring gewaarwerd. Later, toen ik dan eenmaal zwart wás, ben ik weer verschoten.
-Arthur Japin

Slide 10 - Tekstslide

Welk perspectief?

Het was nog donker, toen in de vroege morgen van de twee en twintigste December 1946 in onze stad, op de eerste verdieping van het huis Schilderskade 66, de held van deze geschiedenis, Frits van Egters, ontwaakte. Hij keek op zijn lichtgevend horloge, dat aan een spijker hing. ‘Kwart voor zes,’ mompelde hij, ‘het is nog nacht.’ Hij wreef zich in het gezicht. ‘Wat een ellendige droom,’ dacht hij. ‘Waar ging het over?’ Langzaam kon hij zich de inhoud te binnen brengen. Hij had gedroomd, dat de huiskamer vol bezoek was. ‘Het wordt dit weekeind goed weer,’ zei iemand

Slide 11 - Tekstslide

Meervoudig vertelperspectief



- Ik-perspectief : ene hoofdstuk vanuit hoofdpersoon, andere hoofdstuk vanuit bjipersoon

- Personaal (hij/zij-vorm): Zelfde, maar dan vanuit hij/zij-vorm

Slide 12 - Tekstslide

DE OPDRACHT
Bladzijde 160 
Opdracht 1 t/m 9 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide