In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Keizer of paus
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van de les kun je uitleggen hoe de investituurstrijd verliep en hoe koningen hun rijk centraliseerden
Slide 2 - Tekstslide
Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Slide 3 - Tekstslide
De strijd tussen paus en keizer wie heeft er meer macht als je kijkt naar de tekening
Slide 4 - Tekstslide
Kerk / Staat
Vanaf 11de eeuw groeiende macht paus
waarom? vertegenwoordiger God op aarde
Investituurstrijd: wie mag bisschoppen benoemen, paus of keizer?
Paus Gregorius VII: baas van de kerk
Keizer Hendrik IV: Koning van Duitsland
bisschoppen zijn leenmannen
Slide 5 - Tekstslide
excommunicatie Hendrik IV
Canossa (1077)
Slide 6 - Tekstslide
Wie wint de strijd?
Na de excommunicatie is de strijd nog niet voorbij
Hendrik verovert Rome
Daarnaast kiest hij voor zichzelf een nieuwe Paus uit.
Die laat hem wel bischoppen benoemen
Slide 7 - Tekstslide
Einde van de strijd
1122 komt er eindelijk een eind aan de strijd.
Er komt scheiding tussen kerk en staat
Slide 8 - Tekstslide
Vorsten brengen een scheiding aan tussen Kerk en staat
Tot 13e eeuw paus baas over vorsten.
Dan scheiding tussen Kerk en staat:
- paus macht over godsdienstige zaken
- vorst baas op politiek terrein
Slide 9 - Tekstslide
Koningen
Koningen willen vanuit 1 plek alles regelen
Dit heet centralisatie of centraal bestuur
Slide 10 - Tekstslide
Aantekening
De investituurstrijd is de strijd tussen de paus en Hendrik IV over wie de bischoppen mag benoemen
Deze strijd eindigt in 1122 wanneer besloten is dat er scheiding moet zijn tussen kerk en staat. De paus gaat over de kerk en de vorsten over landsbestuur.
Veel koningen proberen hun rijk te centraliseren in de late middeleeuwen. Ook in de Nederlanden
Ze doen dit door in het hele land dezelfde munt in te voeren, Wetten en regels voor het hele land hetzelfde te maken en het land vanuit 1 centraal punt te besturen
Slide 11 - Tekstslide
In de Tijd van monniken en ridders was er geen scheiding tussen kerk en staat.
A
niet waar
B
waar
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent scheiding tussen kerk en staat?
Slide 13 - Open vraag
Hebben we in Nederland een scheiding tussen kerk en staat?
Slide 14 - Open vraag
leg uit wat de investituurstrijd inhield
Slide 15 - Open vraag
Welke twee zinnen passen bij ‘centraal bestuur’?
A
Vorsten laten machtige edelen hun rijk besturen.
B
Rijke steden gaan samenwerken met de boeren.
C
Vorsten besturen hun rijk vanuit één plek.
D
Er komen staten waarin wetten en rechten overal hetzelfde zijn.
Slide 16 - Quizvraag
Welk van de volgende kenmerkende aspecten hoort niet bij het tijdvak steden en staten?
A
opkomst van handel en ontstaan van steden
B
opkomst van stedelijke burgerij
C
begin van staatsvorming en centralisatie
D
begin van overzeese expansie
Slide 17 - Quizvraag
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 18 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.