Nieuw Nederlands KGT 2 Cursus 1 Meer dan lezen Par. 4

Welkom!
Op tafel heb je liggen:
  • Laptop: klaar om van start te     gaan. (Magister -> Leermiddelen -> Nieuw Nederlands klas 2 KGT)

  • Boek Nieuw Nederlands
  • Schrift met etui
  • Ga naar www.lessonup.app
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Op tafel heb je liggen:
  • Laptop: klaar om van start te     gaan. (Magister -> Leermiddelen -> Nieuw Nederlands klas 2 KGT)

  • Boek Nieuw Nederlands
  • Schrift met etui
  • Ga naar www.lessonup.app

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Huiswerk gemaakt?
  • Lesdoelen bespreken
  • Cursus 1 Meer dan lezen
  • Tijd over? Start met het huiswerk
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Cursus 1 Meer dan lezen
  • § 3 Alinea's en kernzinnen 
  • § 4 Tekstverbanden en signaalwoorden
    Leerdoelen voor deze paragraaf:
    Je leert tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.
  • § 5 Hoofd- en bijzaken
  • Afsluiten met een proefwerk

Slide 3 - Tekstslide

De opbouw van de tekst 

titel

inleiding

alinea

bron

plaatje

Slide 4 - Sleepvraag

woord met dezelfde betekenis
zoek naar een omschrijving van het onbekende woord 
bijvoorbeeld, zoals
on-
her-
-loos
maar
echter
toch
woordenboek
synoniem

omschrijving
voorbeeld
tegenstelling
bekend woorddeel
Kun je het niet vinden?

Slide 5 - Sleepvraag

Vul in:
Een alinea is een klein stukje tekst van ongeveer        zinnen.

Een                        heeft meerdere alinea's. Iedere alinea 

gaat over 1 klein                    . Alinea's beginnen altijd op 

een nieuwe                         . Soms hebben alinea's                 .
kopjes
onderwerpje
hoofdstuk
7
regel

Slide 6 - Sleepvraag

hoofdzaken
bijzaken
kernzin
samenvatting
deelonderwerp
globaal lezen
Je leest de eerste en aatste zin van elke alinea lezen
onderwerp van een alinea
de belangrijkste informatie uit de tekst
belangrijkste zin van de alinea
zijn minder belangrijk in een tekst (toelichting, uitleg, voorbeelden)
staan in de kernzinnen, inleiding of slot

Slide 7 - Sleepvraag

Daarvoor kun je het beste op tijd beginnen met het leren van de moeilijke woorden en het huiswerk voor leesvaardigheid keurig bijhouden. Daarnaast is veel (online) oefenen met spelling aan te raden.
Sleep het woord 'kernzin' naar de kernzin van bovenstaande alinea. 
Als je een voldoende wilt halen voor de eindtoets, moet je je goed voorbereiden. 
Zo kun je gratis oefenen via cambiumned.nl.
kernzin

Slide 8 - Sleepvraag

§ 4 Tekstverbanden en signaalwoorden
Wat je gaat leren?
Je leert tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.

Slide 9 - Tekstslide

§ 4 Tekstverbanden en signaalwoorden
In teksten hebben zinnen en alinea’s met elkaar te maken. 
Ze houden verband met elkaar. Aan een signaalwoord zie je met welk verband je te maken hebt. Als je weet welk signaalwoord bij een verband hoort, helpt dit je om de tekst beter te begrijpen. 

Er zijn verschillende soorten tekstverbanden. Je leert er nu drie.

Slide 10 - Tekstslide

§ 4 Tekstverbanden en signaalwoorden
1. Opsomming
Bij het verband opsomming worden meerdere dingen die bij elkaar horen, achter elkaar genoemd. De volgorde waarin dit gebeurt, is niet belangrijk.
Een opsomming herken je bijvoorbeeld aan deze signaalwoorden: ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook, verder, ten slotte, en. Je kunt een opsomming ook herkennen aan streepjes (–), dots (•), getallen (1, 2, 3) of een dubbele punt (:).
  • Voor een cake heb je nodig: bloem, boter, suiker, een ei en bakpoeder.

Slide 11 - Tekstslide

§ 4 Tekstverbanden en signaalwoorden
2. Tijdsvolgorde (chronologie)
Het verband tijdsvolgorde geeft aan dat dingen in een bepaalde volgorde gebeuren. De volgorde waarin dit gebeurt, is nu dus wél belangrijk.

Dit verband herken je bijvoorbeeld aan jaartallen en aan deze signaalwoorden:
vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, ten slotte, nadat, terwijl, dadelijk, intussen.

  • Eerst tekenen we de figuren en maken we een kartonnen bordspel van de game.
      Daarna gaan de programmeurs aan de slag. Ten slotte wordt het spel getest.

Slide 12 - Tekstslide

§ 4 Tekstverbanden en signaalwoorden
3. Voorbeeld (toelichting)
Bij dit verband wordt een uitleg of voorbeeld gegeven om iets duidelijker te maken. Je krijgt dus meer informatie.

Je herkent een voorbeeld onder andere aan deze signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou.

  • Er zijn veel vakmensen betrokken bij het maken van een game, zoals tekenaars,     programmeurs en geluidstechnici.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag met het
huiswerk
Cursus 1 Meer dan lezen
§ 4 Tekstverbanden en signaalwoorden

Opdrachten:
1 t/m 4

Slide 14 - Tekstslide

Fijne dag & tot volgende les!
Pak je tas weer in &
blijf zitten tot de bel gaat.

Slide 15 - Tekstslide