E-nummers

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat mag iemand met Coeliakie niet eten?
A
Gluten
B
Zuivel
C
Fruit
D
Rundvlees

Slide 2 - Quizvraag

Welk van onderstaande producten bevat gluten? (meer mogelijk)
A
pizza
B
oliebollen
C
aardappelen
D
spaghetti

Slide 3 - Quizvraag

Een allergie is een reactie waarbij het afweersysteem in je lichaam histamine aanmaakt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een lactosevrije dieet?
A
Dieet zonder tarwe producten
B
Dieet zonder melk producten

Slide 5 - Quizvraag

Coeliakie = Glutenintolerantie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

E-nummers / Additieven

 


E-nummer zijn stoffen die toegevoegd worden aan een voedingsmiddel.

Slide 7 - Tekstslide

Waarom E- nummer?
Additief door de overheid  gecontroleerd en veilig is. Dan krijgt het een E-nummer. 
In de wet staat in welke producten een toevoeging gebruikt mag worden en de maximale hoeveelheid per product.

Slide 8 - Tekstslide

Additieven
natuurlijk stoffen = uit planten en dieren worden gehaald. 
synthetische stoffen=  in de fabriek worden gemaakt.

Slide 9 - Tekstslide

Soorten additieven:
Kleurstoffen : aantrekkelijker maken van voedsel
Conserveermiddelen : Product langer houdbaar maken
Emulgatoren: Zorgt er voor dat bepaalde stoffen kunnen samenmengen zoals olie & water. Voorbeeld = eigeel
Verdikkingsmiddelen: zorgt ervoor dat het product dikker wordt
Geleermiddelen : Zorgt er voor dat producten steviger worden

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Opdracht 
Bekijk het product, wat zit er allemaal in? 
Ga met elkaar vergelijken.
In welk product zitten de minste addititeven?

Slide 12 - Tekstslide

Wat betekent een additief?
A
Een stof die toegevoegd wordt aan je lichaam
B
Een stof die je lichaam aanmaakt
C
Een stof die toegevoegd wordt aan een voedingsmiddel
D
Een stof die al in het voedingsmiddel zit

Slide 13 - Quizvraag

Emulgatoren
A
Zijn stoffen die je met elkaar kunt mengen
B
Zijn stoffen die ervoor zorgen dat het product langer houdbaar is
C
Zijn stoffen die ervoor zorgt dat het product dikker wordt
D
Zijn stoffen die ervoor zorgen dat er geen klonters ontstaan

Slide 14 - Quizvraag