In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Wat heb je geleerd in blok 4?
Slide 1 - Woordweb
Leg uit wat coeliakie is.....
Slide 2 - Open vraag
(Gluten allergie wel of niet eten)
BOEKWEIT
A
wel
B
niet
Slide 3 - Quizvraag
(Gluten allergie wel of niet eten)
MAIS
A
wel
B
niet
Slide 4 - Quizvraag
(Gluten allergie wel of niet eten)
ROGGE
A
wel
B
niet
Slide 5 - Quizvraag
(Gluten allergie wel of niet eten)
SPELT
A
wel
B
niet
Slide 6 - Quizvraag
(Gluten allergie wel of niet eten)
RIJST
A
wel
B
niet
Slide 7 - Quizvraag
Noem twee additieven.
Slide 8 - Open vraag
Waarom worden E-nummers toegevoegd aan voedingsmiddelen?
A
Omdat de overheid dit verplicht stelt.
B
Omdat E-nummers goedkoop zijn.
C
Om voedingsmiddelen aantrekkelijker te maken.
D
Om voedingsmiddelen gezonder te maken.
Slide 9 - Quizvraag
Wat is obesitas?
A
Een medische aandoening waarbij te veel vet is opgehoopt in het lichaam.
B
Een medische aandoening waarbij voedingsstoffen niet goed worden opgenomen.
C
Een soort kanker die veroorzaakt wordt door overgewicht.
D
Een vorm van diabetes waarbij je insuline moet spuiten.
Slide 10 - Quizvraag
Marit heeft coeliakie. Wat mag zij wel eten? Kies de juiste antwoorden. Brood van boekweitmeel Glutenvrije chips Maïs Roggebrood zonder E-nummers Rijstwafel
Slide 11 - Open vraag
Op het etiket van een kant-en-klare pudding staat het stofje E471. Dit zorgt ervoor dat vet en water in de pudding met elkaar mengen. Wat voor een soort additief is dit?
A
Antiklontermiddel
B
Antioxidant
C
Conserveermiddel
D
Emulgator
Slide 12 - Quizvraag
Wanneer je slagroom laat staan dan zakt dit in elkaar. Welk additief zorgt ervoor dat dit minder snel gebeurt?
A
Antiklontermiddel
B
Emulgator
C
Stabilisator
D
Verdikkingsmiddel
Slide 13 - Quizvraag
Wat is BMI?
Slide 14 - Open vraag
Noem twee allergieën die men kan hebben voor voedsel.