WI 2HV P5 H9.1 - Met de balans

H9 - Lineaire vergelijkingen
WI 2HV P5 Week1
H9.1 Met de balans
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H9 - Lineaire vergelijkingen
WI 2HV P5 Week1
H9.1 Met de balans

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen W1
9.Voorkennis
Ik kan het hellingsgetal en startgetal bepalen bij formules en een tabel
Ik kan een formule opstellen bij twee coordinaten
Ik kan een formule met haakjes ook zonder haakjes schrijven
Ik kan vergelijkingen oplossen m.b.v. de bordjesmethode

9.1 Lineair verband
Ik kan eenvoudige vergelijkingen oplossen m.b.v. de balansmethode.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het startgetal en
hellingsgetal bij deze formule?
y = 8 -4x

Slide 3 - Woordweb

Wat is het startgetal en
hellingsgetal bij deze tabel?

Slide 4 - Woordweb

Bepaal de formule door de punten
A(0, 110) en B(5, 45).

Slide 5 - Woordweb

Welke zijn vergelijkingen?
a. 3x = 6
b. 4x - t = y
c. 30 - 0,5x = 30
d. -x = y
A
Allemaal
B
a, b, c
C
b, c, d
D
a, c

Slide 6 - Quizvraag

Schrijf onderstaande
formule op zonder haakjes.
-2(4x + 10) = y

Slide 7 - Woordweb

Los de vergelijking hieronder op m.b.v. de bordjesmethode.
Maak een foto van je berekeningen en lever deze in.

4x + 7x + 6 = 39


Slide 8 - Open vraag

10.1 Met de balans

Leerdoelen
Ik kan een eenvoudige vergelijking m.b.v. de balansmethode.


Slide 9 - Tekstslide

Hoe los je een vergelijking van bijv. de vorm:
14b + 6 = 10b + 14
Bestudeer de volgende video en beantwoord daarbij de vragen.

Slide 10 - Tekstslide

11

Slide 11 - Video

00:24
Wanneer is een
balans in evenwicht?

Slide 12 - Woordweb

00:48
Wat houdt het =-teken in?

Slide 13 - Woordweb

01:01
In de video haalt de meneer (vanaf nu Ernie) 1 kilo af van de rechterkant waardoor de balans uit evenwicht is.
Wat had hij moeten moeten om de balans in evenwicht te houden?
A
Links 1 kilo erbij
B
Links 1 kilo eraf
C
Link 2 kilo eraf
D
Links 2 kilo er bij

Slide 14 - Quizvraag

01:40
Bij deze situatie hoort de vergelijking hieronder.
2 zakken = 4.
Hoeveel weegt dus elk zak?

Slide 15 - Woordweb

02:56
Welke vergelijking past het beste bij deze situatie?
A
2 zakken + 1 = 7 kilo
B
2z + 1 kilo = 7 kilo
C
2z + 1 = 7
D
2 zakken + 1 kilo = 7 kilo

Slide 16 - Quizvraag

03:11
Wat heeft Ernie aan
BEIDE kanten moeten
doen om de balans in
evenwicht te houden?

Slide 17 - Woordweb

03:37
Wat komt er op de puntjes te staan?
Als 2 zakken gelijk is aan 6 kilo,
dan is de helft van zakken gelijk aan .... kilo.

Slide 18 - Woordweb

05:30
Wat is de laatste stap na
het oplossen van een vergelijking?

Slide 19 - Woordweb

07:04
Was Ernie ook op k = 8 uitgekomen
als hij met -6 aan beide was begonnen?
Leg uit waarom wel of niet.

Slide 20 - Woordweb

08:32
Los nu onderstaande vergelijking op m.b.v. de balansmethode. Laat elke stap zien, maak een foto en lever in.

14b + 6 = 10b + 14

Slide 21 - Open vraag

07:04
Hoe houdt Ernie de balans
tot het einde in evenwicht?

Slide 22 - Woordweb

Enquete Leerdoelen
Geef in de volgende slides aan hoe je er voor staat bij de afgelopen leerdoelen.

Slide 23 - Tekstslide

Ik kan het hellingsgetal en startgetal bepalen bij formules en een tabel
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Ik kan een formule opstellen bij twee coordinaten
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Ik kan een formule met haakjes ook zonder haakjes schrijven

😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Ik kan vergelijkingen oplossen m.b.v. de bordjesmethode

😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Ik kan eenvoudige vergelijkingen oplossen m.b.v. de balansmethode.

😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Zelfstandig werken
Je hebt gewerkt aan de voorbereiding van
9.1 Met de balans
Ga nu aan de slag met 9.1
Kijk dit na en lever in in showbie.

Slide 29 - Tekstslide