Ondersteunen bij geldzaken

Ondersteunen van de cliënt bij geldzaken.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ondersteunen van de cliënt bij geldzaken.

Slide 1 - Tekstslide

Kosten levensonderhoud
* Vaste lasten zoals: (woongebonden ) wonen, internet, kabel, telefoon, belastingen en (persoonlijke) zoals diverse verzekeringen, contributies, abonnementen, vervoer

Slide 2 - Tekstslide

Gas, water, licht, huur/hypotheek vallen onder:
A
woonlasten
B
persoonlijke lasten
C
verzekeringen
D
heffingen

Slide 3 - Quizvraag

Welke heffingen en belastingen ken jij ?

Slide 4 - Woordweb

Heffingen en belastingen

- Afvalstoffen ( vuilnis) 
- Riool ( reinigen van douche en wc)
- Waterschap ( dijken en afwatering)
- Onroerend Zaak / Goed 
- Parkeren
- Honden

Slide 5 - Tekstslide

Welke is verplicht ?: ziektekostenverzekering, Wettelijke Aansprakelijkheid, Inboedel, Opstal, Uitvaart, Rechtsbijstand
A
Ziektekosten en Inboedel
B
Ziektekosten en W.A.
C
Ziektekosten, W.A. en Uitvaart
D
Geen enkele

Slide 6 - Quizvraag

Reserveringskosten of...een spaarpotje
Naast je vaste lasten heb je ook onvoorziene uitgaves zoals:
* kleren en schoenen
* meubels of apparatuur
* eigen bijdrage medicijnen
* vakantie
* hobby, sport, muziek
* ..............

Slide 7 - Tekstslide

Huishoudelijke uitgaves

Slide 8 - Woordweb

Het loonstrookje ziet er verschillend uit per werkgever en bedrijf, verandert onder invloed van CAO en wetgeving.
* Naam werkgever en werknemer en burgerservicenummer werknemer
* periode zoals de maand waarin gewerkt is
* brutomaandsalaris ( netto is het loon wat uitbetaald wordt)
* de bedragen waaruit het brutoloon is opgebouwd zoals: basisloon, overwerk, vakantiegeld, bonussen, dertiende maand
* specificaties van onkostenvergoedingen en inhoudingen zoals woon-werkverkeer, koffie en thee
* premies voor loonbelasting, volksverzekeringen, werknemersverzekeringen, inkomensafhankelijke bijdrage ( de loonheffingen) ( worden aan overheid en ziektekostenverzekeraar afgedragen)
* heffingskorting ( belastingvoordeel)
* Pensioen

Slide 9 - Tekstslide

Pemies voor de AOW en de WW worden ook door de werkgever betaald en vallen onder:
A
onkostenvergoeding
B
burgerservice
C
pensioenpremie
D
loonheffing

Slide 10 - Quizvraag

WW , AOW en de Bijstand
- Werkloosheidsuitkering ( meer dan een half jaar gewerkt en duurt drie maanden/meer dan 4 jaar gewerkt dan langer)
- Arbeids ongeschiktheidsuitkering ( WIA) Na twee jaar ziekte, want werkgever stopt dan met loondoorbetaling. Er zijn verschillende soorten uitkeringen: b.v. de WAJONG voor jongeren vanaf 18 jaar die nooit hebben kunnen werken of tijdens studie arbeidsongeschikt werden

Slide 11 - Tekstslide

De bijstand
Voor mensen die onvoldoende inkomen hebben of geen vermogen en geen recht hebben op andere uitkering. ( WWB) 
De aanvrager moet laten zien dat hij/zij 4 weken lang zich heeft ingespannen om werk te zoeken/vinden.
Mensen met eigen vermogen of eigen huis krijgen geen bijstand.

Slide 12 - Tekstslide

Tekst
Zelfstandigen zijn bij arbeidsongeschiktheid afhankelijk van eventuele vrijwillige verzekeringen, fondsen en gemeentelijke overbruggingsregelingen (BBZ). Soms kunnen zij zich zelfs via het UWV verzekeren.

Wie helemaal geen vangnet, vermogen of huisgenoten met een inkomen/vermogen heeft, kan ook in aanmerking komen voor een uitkering op basis van de Participatiewet.
Een chronische ziekte of lichamelijke beperking brengt vaak hoge kosten met zich mee. Denk bijvoorbeeld aan hulpmiddelen, een aangepaste woning of auto, extra vervoerskosten, kosten voor hulp in de huishouding, verblijf en behandeling in een zorginstelling etc.
 De wet langdurige zorg (WLZ) voor als je 24 uur per dag zorg nodig hebt, de zorgverzekeringswet (ZVW) en de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO).


Daarnaast kan je indirect ook geholpen zijn met kortingen, toeslagen en regelingen van de Belastingdienst voor mensen met een beperking of arbeidsongeschiktheid.

Zorgregelingen voor mensen met een beperking: WLZ, ZVW en WMO
Heb je ondersteuning voor thuis nodig, bijvoorbeeld huishoudelijke hulp, dagbesteding, woningaanpassingen, vervoersvoorzieningen of extra begeleiding? Neem dan contact op met het WMO-loket van je gemeente.
Vergelijkbare zorg voor kinderen onder de 18 jaar wordt ook geregeld vanuit de gemeente, maar via een ander loket, omdat kinderen onder de Jeugdwet vallen.

Verpleging en persoonlijke verzorging aan huis vallen onder de ZVW. Neem contact op met een wijkverpleegkundige voor een indicatie. Vergoedingen lopen via je zorgverzekeraar.

Heb je langdurig 24-uur per dag intensieve persoonlijke verzorging, verpleging of begeleiding nodig? Verblijf je in een zorginstelling of een specialistische woonvorm? Dan is de Wet Langdurige Zorg (WLZ) op jou van toepassing en is je startpunt het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ).  En er is de(PGB) waarmee je zelf zorg inhuurt. 

Slide 13 - Tekstslide

Op de vorige slide zag je veel info. Onderaan de slide stond het begrip PGB. Dat houdt in:
A
Persoonsgebonden budget waarmee je zorg kunt inkopen
B
Persoonsgebonden budget waarmee je je levensonderhoud verzorgt
C
Persoonsgebonden bijdrage waarmee je alle vaste lasten betaald
D
Persoonsgebonden bijdrage voor de zorg die je nodig bent als je gehandicapt bent

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn, volgens jullie, de belangrijkste oorzaken van geldproblemen van mensen met een (lichte)verstandelijke beperking ?

Slide 15 - Woordweb

Oorzaken geldproblemen bij mensen met een (lichte) verstandelijke beperking
l Niet begrijpen hoe je met geld om moet gaan.
l Men heeft weinig inzicht, in zichzelf en in  leefdomeinen, bijvoorbeeld op het gebied
van wonen en de kosten die dat met zich meebrengt.
l Door het hebben van een bepaald ziektebeeld kan men volledig in de war raken en grip op de (financiële)
werkelijkheid verliezen.
l  Mensen met (verstandelijke) beperkingen laten zich nogal eens verleiden tot
aankopen zonder dat ze de consequenties ervan overzien. Zo wil men zelf óók een I-Phone, mooie
sportschoenen,... Op de achtergrond speelt vaak dat ze zo graag mee willen doen, graag ‘zo gewoon mogelijk’
willen leven en bereid zijn hun positie in de samenleving te kopen. 

Slide 16 - Tekstslide

Hoe kun je een cliënt helpen met het omgaan met geld ?

Slide 17 - Open vraag

Einde van de les

Slide 18 - Tekstslide