§5.3 Oplosbaarheid op microniveau.

Oplosbaarheid op microniveau
leerdoelen
• Je leert over waterstofbruggen.
• Je leert het de structuur van carbonzuren.
• Je leert over hydratatie van zouten.

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oplosbaarheid op microniveau
leerdoelen
• Je leert over waterstofbruggen.
• Je leert het de structuur van carbonzuren.
• Je leert over hydratatie van zouten.

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten jullie van de oplosbaarheid van stoffen?

Slide 2 - Woordweb

Microniveau
  • Of een stof oplost of niet kan je op microniveau al bepalen. 
  • Water is namelijk op microniveau een heel bijzonder oplosmiddel, er lossen heel veel dingen in op: zouten, alkanolen, aminen en nog veel meer. 
  • Iets wat nog meer bijzonder is aan water is het kookpunt. Op basis van de molecuulmassa en het dipoolmoment is dit veel te hoog.

Slide 3 - Tekstslide

Waterstofbruggen
De reden van het hoge kookpunt van water is de sterke polaire binding die gevormd wordt tussen de waterstofmoleculen en het zuurstofmolecuul. 
De relatief grote delta+ lading van de H trekken aan de grote delta- lading van de O.

Slide 4 - Tekstslide

Waterstofbruggen
  • Waterstofbruggen is een opvallend sterke binding in de scheikunde. Deze binding is niet alleen maar tussen H en O maar kan ook gevormd worden tussen NH3 en H2O in een ammoniak oplossing. Ook bij een HF molecuul.
  • De eigenschappen van een stof kunnen deels verklaard worden door de waterstofbruggen. 

Slide 5 - Tekstslide

Oplosbaarheid van vaste stoffen
Water is niet alleen een geschikt oplosmiddel voor vloeistoffen maar ook voor vaste stoffen.
Glucose is een voorbeeld van een vaste stof die goed oplost in water. 
Glucose heeft een kristalrooster in vaste staat, als het opgelost wordt dan laten de glucose moleculen in het rooster elkaar los. Ook het water laat elkaar los en gaat rond de glucose zitten. 
Een zout lost wel op in het polaire water, maar niet in wasbenzine (apolair).
Welk verband zie je hier?

Slide 6 - Tekstslide

Vloeistoffen mengen
Wat voor vaste stoffen geld, geld ook voor vloeistoffen.
Water en Ethanol mengen goed. Wat valt je op aan de structuur formule

Slide 7 - Tekstslide

Vloeistoffen mengen
De mate waarin de stof waterstofbruggen kan vormen is de maat van oplosbaarheid. 
In pentaan-1-ol komt er een OH groep voor, maar ook een grote groep CH2-CH3 moleculen. Er kunnen dus minder waterstofbruggen gevormd worden wat de oplosbaarheid verslechterd. 

Slide 8 - Tekstslide

Vloeistoffen mengen
Methaan en wasbenzine mengen ook goed.
Wat valt je op als je kijkt naar methaan en wasbenzine?

Slide 9 - Tekstslide

Carbonzuren
Carbonzuren zijn een groep in de chemie die vaak erg stinkt. Een vieze bijtende lucht komt van carbonzuren af. 
Deze groep heeft als kenmerk een carboxylgroep, aan het C atoom zit een OH groep en een dubbel gebonden O.

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen
• Je leert over waterstofbruggen.
• Je leert het de structuur van carbonzuren.
• Je leert over hydratatie van zouten.

Slide 11 - Tekstslide

Noem 3 dingen die je hebt geleerd:

Slide 12 - Open vraag

Noem een ding wat nog onduidelijk is.

Slide 13 - Open vraag