10+11 3hv H3 Schrijven gecombineerd met woorden les 1 voor 3e (dan lopen we weer gelijk)

Deze les (3hvE) Kom in de lessonUp!
  • Boekopdracht 2 inleveren
  • Uitleg boekopdracht 3
  • Uitleg schrijven 3.4 (les 2)
  • Huiswerk schrijven 3.4 en woorden 3.5
  • Woord van de week
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Deze les (3hvE) Kom in de lessonUp!
  • Boekopdracht 2 inleveren
  • Uitleg boekopdracht 3
  • Uitleg schrijven 3.4 (les 2)
  • Huiswerk schrijven 3.4 en woorden 3.5
  • Woord van de week

Slide 1 - Tekstslide

Boekopdracht

Je kunt de opdracht vandaag inleveren op papier                              Even over de gastles van Ella Marjon.......                                       

Slide 2 - Tekstslide

Zou je het interessant vinden als Ella Marjon over +- 2 maanden nog langskomt om te vertellen over haar boeken/ het schrijven en om jullie vragen te beantwoorden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Literaire mindmap
Zie opdracht in bijlage in som
Zie voorbeelden (let op, de opdracht is iets veranderd)

Inleveren: rond de meivakantie
Waarom nu al uitleg: aantekeningen maken tijdens lezen

Actiepunt: nieuw leesboek kiezen!


Slide 4 - Tekstslide

Schrijven terugblik
Vorige les: geoefend met argumentatie opbouwen
Deze les: Hoe schrijf je aantrekkelijk (en dus overtuigender)
                   
Wat?                                                             Hoe?
Inhoud                                                         Vorm

les 1                                                                Les 2

Slide 5 - Tekstslide

Schrijven terugblik
H2: Aantrekkelijk schrijven
H3: Overtuigend schrijven

Wat wordt ook alweer bedoeld met gevarieerd schrijven? Waar kan je in variëren? 

Slide 6 - Tekstslide

Gevarieerd schrijven

Slide 7 - Woordweb

Gevarieerd schrijven
  • Zinslengte afwisselen
  • Zinsdeelvolgorde afwisselen (ondw, pv, ....)
    De politie is afgelopen jaar meer dan 10.000 keer geconfronteerd met agressie en geweld. (Eerste deel krijgt de nadruk.)
  • Woordkeuze afwisselen
    - synoniem (opa - grootvader);
    - verwijswoord (opa - hij);
    - omschrijving (opa - de oude man).

Slide 8 - Tekstslide

Overtuigend schrijven (blz. 201)
In een betogende tekst moet het taalgebruik aansluiten bij het doel: de lezer overtuigen.

  • Formuleer gevarieerd. (zie schrijven h2)
  • Formuleer helder, gebruik signaalwoorden in je argumentatie.
  • Formuleer beeldend. (Gebruik voorbeelden)
  • Formuleer zelfverzekerd (niet: misschien, wellicht, eventueel, etc.))
  • Formuleer persoonlijk (gebruik zoveel mogelijk actieve zinnen).

Slide 9 - Tekstslide

Actieve zinnen: bedrijvende en lijdende zinnen
Gebruik voor een levendige tekst actieve zinnen:
het onderwerp voert de actie uit.

Slide 10 - Tekstslide

Actieve zinnen: bedrijvende en lijdende zinnen
Voorbeeldzin:

Tim wordt na de wedstrijd opgehaald door zijn moeder.

Bedrijvend of lijdend?

Slide 11 - Tekstslide

Actieve zinnen: bedrijvende en lijdende zinnen
Voorbeeldzin:

Tim wordt na de wedstrijd opgehaald door zijn moeder.

Hoe maak je de zin actief/bedrijvend?
(tip: gebruik geen 'worden')

Slide 12 - Tekstslide

Actieve zinnen: bedrijvende en lijdende zinnen
Een actieve zin is minder afstandelijk en formeel. 


Slide 13 - Tekstslide

Overtuigend schrijven (blz. 201)
In een betogende tekst moet het taalgebruik aansluiten bij het doel: de lezer overtuigen.

  • Formuleer gevarieerd. (zie schrijven h2)
  • Formuleer helder, gebruik signaalwoorden in je argumentatie.
  • Formuleer beeldend. (Gebruik voorbeelden)
  • Formuleer zelfverzekerd (niet: isschien, wellicht, eventueel, zou kunnen)
  • Formuleer persoonlijk (gebruik zoveel mogelijk actieve zinnen).

Slide 14 - Tekstslide

Oefenen Schrijven 3.4 en woorden 3.5
Schrijven 3.4 Maak online opdracht 9
Woorden 3.5 Maak online opdracht 1 t/m 5 en 7 t/m 10ab (dus 10c niet)

Kies voor volgende week een nieuw leesboek!

Straks nog het woord van de week :)

Slide 15 - Tekstslide

Woord van de week
Havo
..................: zeer sterk verlangen iets te willen bezitten



Slide 16 - Tekstslide

Woord van de week
Havo
Begeren: zeer sterk verlangen iets te willen bezitten



Slide 17 - Tekstslide