In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
4.4 Samen leven
Slide 1 - Tekstslide
PTO 3
Hoofdstuk 4 (Gedrag)
4.1: Prikkels en gedrag
4.2: Leren
4.3: Lichaamstaal
4.4: Samen leven
Slide 2 - Tekstslide
Lesprogramma
Lesdoelen
Bespreken paragraaf 3
Filmpje + uitleg
Vragen bedenken
Aan de slag
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen
Na vandaag kan je benoemen wat groepsdieren zijn
Na vandaag kan je uitleggen hoe groepsdieren samen leven
Na vandaag kan je uitleggen wat een rangorde is
Slide 4 - Tekstslide
Wat is lichaamstaal?
A
Laten zien hoe je je voelt zonder ook maar 1 woord te zeggen
B
Laten zien hoe je je voelt door veel te praten
C
Taal dat alleen je lichaam spreekt
D
Taal dat je niet kan uitleggen met woorden
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Video
Wat zagen we in het filmpje?
Was er hier sprake van samenwerking tussen de wolven? en hoe deden ze dat?
Werkten de bizons ook samen?
Slide 7 - Tekstslide
Hoe werken dieren samen in een groep?
Veel diersoorten leven samen in een groep, deze dieren noem je groepsdieren
Deze dieren leven en werken samen om te overleven, zoals spreeuwen dat doen doen in een zwerm. ze maken allemaal precies dezelfde beweging om te ontsnappen aan een roofvogel
Slide 8 - Tekstslide
Hoe werken dieren samen in een groep?
Samenwerken gaat het beste als er een taakverdeling is. dit betekent dat het duidelijk is wie wat doet.
Voorbeeld: een groep ganzen, een aantal ganzen staan op de uitkijk, de rest kan eten, daarna wisselen ze elkaar af.
Slide 9 - Tekstslide
Dominant of onderdanig?
Een groep dieren heeft vaak een leider.
De leiders in een groep zijn dominant
over de rest van de groep.
De rest van de groep is onderdanig
aan de leiders.
Slide 10 - Tekstslide
Rangorde
Als er in een groep dominante en
onderdanige dieren zijn en elk dier
zijn plaats kent, dan heet dat rangorde.
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht
De woorden hieronder zijn antwoorden op vragen over deze paragraaf
Bedenk 3 vragen bij deze antwoorden, je mag zelf kiezen welke antwoorden je gebruikt!
Leerlingen in het lokaal schrijven ze op papier of in Word
Leerlingen online schrijven hun vragen in de chat van Teams
Bijvoorbeeld: "Hoe heet gedrag dat je al vanaf je geboorte laat zien?"