In dit blok heb je geleerd:
- Om de bijvoeglijke bepaling, bijwoordelijke bepaling en bijstelling te benoemen
- Kun je het zelfstandig werkwoord, koppelwerkwoord en hulpwerkwoord benoemen
- Kun je het meervoud van een zelfstandig naamwoord vormen
- Weet je wanneer een -n schrijft achter woorden als beide(n), alle(n), sommige(n)
- Weet je wat tweelingfouten zijn leggen/liggen
- Kun je de kernzin uit een alinea herkennen
- weet je wat een infographic is