V2 repetitie Leesvaardigheid 2, 17 en 18 bespreken


Welkom v2at!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Welkom v2at!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. Repetitie leesvaardigheid 2, 17 en 18 bespreken
  2. Reflectieformulier invullen en resultaten invullen op RTTI
  3. Iets leuks
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Puntentelling
  • Je kon in totaal 25 punten halen voor deze toets.
  • Je berekent je cijfer als volgt: aantal behaalde punten / 25 x 9 + 0,5

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 1 en 2
1 Welk tekstdoel past bij welk tekstvoorbeeld? Vul het schema verder in. (2 p) R






2 a) Wat kondigt een functiewoord aan? (1 p) R
Een functiewoord kondigt de functie van een tekstdeel of alinea aan.
b) Waar tref je een functiewoord meestal aan? (1 p) R
Een functiewoord tref je meestal in de eerste zin van een alinea aan. 














Slide 4 - Tekstslide

Vraag 3 en 4
3 a) Wat laten verbindingswoorden zien in een tekst? (1 p) R
Verbindingswoorden laten zien hoe de zinnen van één alinea met elkaar samenhangen.
Niet goed: Verbindingswoorden verbinden de zinnen in een tekst met elkaar.
b) Wat is een ander woord voor verbindingswoord? (1 p) R
signaalwoord

4 Lees de twee zinnen hieronder. Herschrijf de tweede zin en voeg een functiewoord toe. (1 p) I
Toen de kok naar binnen ging, besloeg de bril van de kok. De kok kon niets meer zien.
Bijvoorbeeld: Het gevolg was dat de kok niets meer kon zien. / Naar aanleiding daarvan kon de kok niets meer zien. / De conclusie was dat de kok niets meer kon zien.

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 5 en 6
5 Verdeel de tekst in inleiding, kern en slot. Noteer de alineanummers. (3 p) T2
inleiding: 1 en 2
kern: 3 t/m 9
slot: 10

6 Lees alinea 6 van de tekst. Welk functiewoord staat daarin? (1 p) T1
reden 

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 7 en 8
7 Lees alinea 9 en 10 van de tekst.
a) Welk verbindingswoord staat daarin? (1 p) T1
Desondanks / en
b) Welk verband geeft dit verbindingswoord aan? (1 p) T1
Tegenstelling / opsomming

8 Noteer nog een ander verbindingswoord uit de tekst en noteer het verband en in welke alinea je dit verbindingswoord hebt gevonden. (2 p) T2
Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: blijkt dat (alinea 4) - reden, oorzaak, gevolg 

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 9 en 10
9 Wat is het tekstdoel van deze tekst? (2 p) T1
informeren 

10 Lees de tekst ‘Breda wil ‘olifantenpaadjes’ legaliseren’. Waarom wil de wethouder de paadjes legaal maken? (1 p) T1
Om een aantrekkelijke stad te blijven voor mensen te voet en op de fiets. 

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 11 en 12
11 Wat is de belangrijkste boodschap van de tekst? Gebruik maximaal één zin. (2 p) T2

Bijvoorbeeld: De gemeente Breda gaat uitzoeken welke ‘olifantenpaadjes’ kunnen worden verbouwd tot ‘legale’ paden. / De gemeente Breda wil de ‘olifantenpaadjes’ legaal maken. / De gemeente Breda wil ‘olifantenpaadjes’ legaliseren om zo een aantrekkelijke stad te blijven voor mensen te voet en op de fiets.

12 Wat zijn de twee tekstdoelen van deze tekst? (2 p) T1
informeren en activeren 




Slide 9 - Tekstslide

Vraag 13 en 14
13 Lees alinea 2 van de tekst. Welk functiewoord staat daarin? (1 p) T1
voorbeeld

14 Lees alinea 7 van de tekst.
a) Welk verbindingswoord staat daarin? (1 p) T1
Wanneer / ook / als / namelijk
b) Welk verband geeft dit verbindingswoord aan? (1 p) T1
tijd / opsomming / voorwaarde / reden, oorzaak, gevolg 











Slide 10 - Tekstslide

Reflectieformulier invullen en resultaten invullen op RTTI

  • Vul het reflectieformulier in en lever deze in bij de juf.
  • Ga vervolgens via SOM naar RTTI en voer je scores in. 
  • Neem het tabelletje met de vinkjes, smileys en kruisjes over op de laatste pagina van je schrift en vermeld erbij dat deze resultaten van de repetitie Leesvaardigheid 2, 17 en 18 zijn.
  • Klaar? Ga nog even in je leesboek lezen. 

Slide 11 - Tekstslide

Iets leuks
  • Maak teams van 4 leerlingen. 
  • Ga bij elkaar zitten (schuif stoelen bij elkaar). 
  • Zorg dat je niets op tafel hebt, behalve één pen. 

Slide 12 - Tekstslide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: woensdag 25 oktober
  • Huiswerk: -
  • Meenemen: LAPTOP, boek, leesboek, schrift en pen
  • Programma: opdracht schrijfvaardigheid bespreken

Slide 13 - Tekstslide