In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Functie van tekstgedeelte bepalen
Slide 1 - Tekstslide
Vraag afgelopen examen (2019 I)
“zeker als je ziet hoe goed Nederlandse wetenschappers het in de wereld doen.” (regels 58-60) 1p 38 Wat is de functie van dit zinsdeel ten opzichte van de rest van de zin?
A argument B constatering C verklaring D voorbehoud
Slide 2 - Tekstslide
Hoe pak je deze vraag aan?
Functiewoorden leren! NN p. 402
Hoe meer woorden je kent, hoe minder je hoeft op te zoeken = meer tijd over voor de rest van de tekst.
Slide 3 - Tekstslide
Verhaaltje dat de schrijver vertelt als illustratie bij het onderwerp van de tekst.
A
argument
B
constatering
C
conclusie
D
anekdote
Slide 4 - Quizvraag
Een goede raad
A
argument
B
afweging
C
aanbeveling
D
verklaring
Slide 5 - Quizvraag
De schrijver legt uit waarom iets is zoals het is.
A
argument
B
verklaring
C
conclusie
D
voorwaarde
Slide 6 - Quizvraag
Dat wat de schrijver tot het schrijven van de tekst aanzette.
A
anekdote
B
tegenwerping
C
conclusie
D
aanleiding
Slide 7 - Quizvraag
Vaststelling van een feit of verschijnsel
A
voorwaarde
B
relativering
C
constatering
D
conclusie
Slide 8 - Quizvraag
Nadenken over wat het beste is
A
afweging
B
relativering
C
constatering
D
conclusie
Slide 9 - Quizvraag
Hoe kun je dit leren?
- Nieuw Nederlands p. 402
- L&M p. 50 (kopieer eventueel)
Slide 10 - Tekstslide
Hoe kun je dit oefenen?
- Functiewoorden domino (bij mij te verkrijgen)
- Maak zelf een memory spel (kaartjes bij mij te krijgen, of maak zelf)