In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Wie is de beste docent?
Slide 1 - Open vraag
Welk onderdeel vond je het moeilijkste?
Slide 2 - Woordweb
Welke onderdelen hebben we dit jaar allemaal behandeld?
Slide 3 - Woordweb
Welke hoofdstukken worden in de toetsweek getoetst?
A
Hoofdstuk 1 + 2
B
Hoofdstuk 1 t/m 3
C
Hoofdstuk 3
D
Hele lesbrief
Slide 4 - Quizvraag
Hoe zwaar telt de toets mee?
A
A-toets
B
B-toets
C
C-toets
D
5% PTA toets
Slide 5 - Quizvraag
Hoe oud ben ik?
Slide 6 - Open vraag
Hoeveel toetsen krijgen we dit schooljaar?
A
4
B
6
C
8
D
10
Slide 7 - Quizvraag
Tekst
Prijselasticiteit
Kruislingse prijselasticiteit
Inkomens elasticiteit
inelastische vraag
Substitutiegoed
Inferieur goed
Complementaire goed
Luxe goed
Slide 8 - Sleepvraag
TO = 4q TK = 2q + 500 de break-even-afzet is:
A
500
B
250
C
2
D
0,5
Slide 9 - Quizvraag
Een werknemer volgt een scholing op kosten van zijn werkgever. Na korte tijd verlaat hij het bedrijf om ergens anders te gaan werken. Hier is sprake van een berovingsprobleem. Wie wordt door wie beroofd? Verklaar het antwoord.
Slide 10 - Open vraag
Een werknemer volgt een scholing op kosten van zijn werkgever. Na korte tijd verlaat hij het bedrijf om ergens anders te gaan werken. Hier is sprake van een berovingsprobleem. Noem een manier hoe de werkgever deze beroving had kunnen voorkomen.
Slide 11 - Open vraag
Een spijkerbroek wordt aangeboden voor € 80 per stuk. De inkoopkosten zijn € 30 per spijkerbroek, loonkosten zijn € 5 per spijkerbroek. De constante kosten € 100.000 per jaar. Wat zijn de TO functie en TK functies?
A
TO = 35q
TK = 35q+100.000
B
TO = p80
TK = 100.000 + 80
C
TO = 80 q
TK = 80q + 100.000
D
TO = 80q
TK = 35q+100.000
Slide 12 - Quizvraag
Een spijkerbroek wordt aangeboden voor € 80 per stuk. De inkoopkosten zijn € 30 per spijkerbroek, loonkosten zijn € 5 per spijkerbroek. De constante kosten € 100.000 per jaar. Wat is de winstmarge per broek bij een afzet van 10.000 stuks?